Van de mensen die van 2001-2003 met pensioen zijn gegaan is bijna zeventig procent man. Volgens het CBS heeft dat te maken met de hogere arbeidsdeelname van mannen. “Van de mannen van 50-64 jaar werkt rond de 65 procent, terwijl dat percentage voor vrouwen iets meer dan dertig bedraagt.” Vrouwen blijken vaker voor hun 60ste met pensioen te gaan.
Gemiddeld verliezen pensionado’s bij vroegpensioen zo’n vijftien procent van hun koopkracht. De inkomensveranderingen die het gevolg zijn van vroegpensioen blijken soms niet misselijk te zijn. Zo verliezen mannen gemiddeld bijna 17 procent aan koopkracht, terwijl het bij vrouwen tot 12,5 procent beperkt blijft. Het inkomensverlies is – logischerwijs – groter naarmate mensen op jongere leeftijd stoppen met werken. Het CBS spreekt in die zin van een grote spreiding. “Een kwart van de vervroegd-gepensioneerden ging er een kwart op achteruit en voor een op de tien bedroeg het koopkrachtverlies zelfs meer dan veertig procent. Daar tegenover staat dat een vijfde er bij pensionering juist op vooruitgaat.”
Zestig jaar is de meest voorkomende pensioenleeftijd in ons land. Van alle mensen die in een jaar met pensioen gaan, is ongeveer een kwart 58 jaar of jonger. De helft is met zestig jaar met pensioen gegaan en als wordt gekeken naar de categorie 61 jaar of jonger, ligt het percentage zelfs rond de zeventig procent.
Bron: Verbond van Verzekeraars, 27-09-2007
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99