In deze zaak speelt een geschil tussen ex-echtgenoten over de verdeling van een restschuld na de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De man vordert de helft van de restschuld van de vrouw, terwijl zij zich hiertegen verweert met een beroep op redelijkheid en billijkheid, mede gelet op hun problematische relatieverleden. Deze zaak is van groot belang voor financieel adviseurs, omdat zij raakt aan de kern van regresvorderingen, schulddraagplicht en het belang van tijdige afwikkeling van financiële kwesties na echtscheiding.
Feiten van de Zaak
Juridische Vraag
Is de vrouw op grond van artikel 1:100 BW (oud) hoofdelijk aansprakelijk voor de helft van de restschuld, of leidt een beroep op redelijkheid en billijkheid tot een afwijkende draagplichtverdeling?
Uitspraak van de Rechtbank
De kantonrechter wijst de vordering van de man grotendeels af. De rechtbank stelt vast:
Oordeel: De draagplicht wordt beperkt tot € 5.000. Na aftrek van het reeds betaalde bedrag (€ 780,02), resteert een te betalen bedrag van € 4.219,98.
Bron: de Rechtspraak
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99