MijnFintool

Nieuws

Wet Participatiewet in Balans (Stb.2025,312) en het assorteerwerk van inwerkingtreding

Wat is er besloten?

Op 29 oktober 2025 is in het Staatsblad gepubliceerd de Wet van 1 oktober 2025 tot wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) in verband met “het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving”. Kortweg: de Wet Participatiewet in Balans brengt meer dan twintig maatregelen mee, die de verhouding tussen ondersteuning, arbeids­inschakeling en handhaving in de bijstandswetgeving beogen te herijken.

Daarnaast is – in het Staatsblad onder nummer 313 – een afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit gepubliceerd, waarmee de complexe indeling van inwerkingtreding is vastgelegd. 
Tevens hoort bij deze wet een aangepaste uitvoering van de Regeling Participatiewet (en de bijbehorende regelingen IOAW/IOAZ) die gelijktijdig wijzigt, opdat verwezen kan worden naar de nieuwe artikels. (Zie bijvoorbeeld internetconsultatie “Wijziging van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ”.)

Waarom dit belangrijk is
Voor de praktijk van bijstands­recht en sociale zekerheid is dit een relevante ontwikkeling:

  • De wet geeft gemeenten – als lokale uitvoerings­lichamen – meer instrumenten én enigszins andere kaders voor de participatieplicht, de verhouding werk-bijstand, en maatschappelijke participatie.
  • Het beoogt meer balans: minder ­hardheid in de maatregelpraktijk, beter rekening houden met individuele omstandigheden, maar ook expliciete aandacht voor arbeidsinschakeling en maatschappelijke participatie.
  • Voor financieel adviseurs, sociaal-juridisch werkenden en gemeenten geldt: let op de gewijzigde regels (zoals de bufferbudgetregeling, vrijlatingsregeling, bijverdien­regime) én: let op de complexe (meerdere) inwerkingtredingsmomenten.
  • Omdat het traject gefaseerd verloopt (drie stappen) is het niet zo dat per 1 januari 2026 álle wijzigingen meteen gelden. In de praktijk betekent dit: implementatie, wijziging van gemeentelijke verordeningen, uitvoeringssystematiek etc moeten goed worden ingebed.

Inwerkingtreding – en waarom het ‘in de war’ lijkt
Zoals aangekondigd: het is een traject in drie stappen. In het begeleidend overzicht van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) / StimulanSZ – Handreiking Participatiewet in Balans (14 juli 2025) – staat op pagina 6 het overzicht van wat wanneer in werking treedt.

Globaal kun je de inwerkingtreding als volgt samenvatten:

  • Publicatie: 29 oktober 2025 (Stb. 2025, 312).
  • Voor het “grootste relevante deel” geldt een inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2026 — dit is de datum waarop veel van de kernveranderingen gelden.
  • Echter: sommige onderdelen treden op andere data in werking (vooraf of later) – daarom het aparte Staatsblad-Stb. 313-besluit met de detaillering.
  • Daarnaast: gemeentelijke verordeningen (op grond van artikel 8a van de Participatiewet) moeten aangepast worden aan de nieuwe wetgeving; dit vergt implementatie- tijd.
  • Voor uitvoerende instanties geldt: tijdig procesinrichting, ICT-aanpassingen, revisie verordeningen plus communicatie naar belanghebbenden.

Het resultaat: voor de gebruiker (bijstands­gerechtigde, gemeente, adviseur) is er sprake van “gefaseerde inwerkingtreding” waardoor de praktijk enigszins onoverzichtelijk lijkt — juist omdat meerdere data gelden, afhankelijk van welk artikel/onderdeel.

Praktische aandachtspunten voor de adviespraktijk

  • Controleer bij cliënten met bijstand (of straks met gewijzigde situaties) of de nieuwe vrijlatingsregeling, bufferbudget, bijverdien­regeling of maatschappelijke participatieplicht van toepassing is vanaf 1 januari 2026.
  • Voor cliënten waarbij gemeente nog werkt met oude verordening: wees alert dat de overgangsregeling in de wet (artikel 78 ff.) geldt. Bekijk welke artikelonderdelen later in werking treden.
  • Gemeenten dienen hun verordeningen tijdig aan te passen op grond van artikel 8a Participatiewet (verordeningen participatie). Adviseer cliënten: controleer of gemeente verordening al aangepast is.
  • Als adviseur: leg uit dat “1 januari 2026” vaak de hoofdregel is, maar niet automatisch voor alle onderdelen geldt. Biedt overzicht welke onderdelen mogelijk later ingaan (uitvoering/verordeningen).
  • Aangezien het traject in drie stappen verloopt: houd implementatie­planning in de gaten (gemeenten, UWV, uitvoerings­systemen). De communicatie richting cliënt kan vertragen.
  • Zeker in situaties met bijverdiensten naast bijstand of overgang naar werk: de bufferbudgetregeling en gewijzigde verrekeningsregels kunnen gevolgen hebben. Laat cliënten daarop anticiperen.

Samenvatting & conclusie

  • De Wet Participatiewet in Balans is gepubliceerd (Stb. 2025, 312) en brengt een pakket van >20 maatregelen om de Participatiewet, IOAW en IOAZ meer in balans te brengen.
  • Inwerkingtreding is gefaseerd; voor het grootste deel geldt 1 januari 2026, maar met uitzonderingen en aparte datums.
  • De Regeling Participatiewet (en IOAW/IOAZ-regeling) wijzigt tegelijk om te kunnen verwijzen naar nieuwe wetsartikelen.
  • Voor de adviespraktijk is tijdige inpassing belangrijk: let op verordeningen, cliënten­vragen, overgangsregels, communicatie.
  • Omdat uitvoering lokaal gebeurt (gemeente, verordening), zal de praktijk wellicht vertraging of verschillen kennen. Het traject is daarom “work in progress”.

Bron: Rijksoverheid

Modules & dossiers

Opvoerdatum

04 nov 2025

Laatst gewijzigd

05 nov 2025

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Graag eerst inloggen om deze pagina te bekijken.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1