Staatssecretaris A.C.L. Rutte gaf antwoord op Kamervragen over erfrecht,levensverzekeringen en femicide.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat iemand die volledig ontoerekeningsvatbaar is verklaard na het doden van zijn of haar partner, volgens artikel 4:3 Burgerlijk Wetboek (BW)niet van rechtswege onwaardig is om te erven, omdat er dan geen sprake isvan een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling? Klopt het dat nabestaanden in deze gevallen alleen via een civiele procedure, waarin zij zich moeten beroepen op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW), kunnen proberen de dader alsnog als onwaardig erfgenaam te laten verklaren?
Antwoord 2 en 3
Dat klopt. Op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is iemand van rechtswege onwaardig om te erven van degene die hij om het leven heeft gebracht. De wet vereist hiervoor een onherroepelijke (strafrechtelijke) veroordeling. Daarvan is ook sprake als een straf in combinatie met terbeschikkingstelling (tbs) is opgelegd. Als uitsluitend tbs is opgelegd, is hiervan geen sprake.
De rechter kan alleen tot een strafrechtelijke veroordeling komen als het feit naar zijn oordeel aan de dader kan worden toegerekend. Als het misdrijf de dader vanwege een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis tijdens het begaan van het feit in het geheel niet kan worden toegerekend, kan de strafrechter wel een tbs-maatregel opleggen. De regeling van onwaardigheid in het erfrecht sluit hierbij aan; als de dader enig (strafrechtelijk) verwijt kan worden gemaakt waarop een strafrechtelijke veroordeling volgt, kan hij niet erven. Als de dader geen strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt vanwege een ziekelijke stoornis, is diegene niet van rechtswege onwaardig om te erven.
Gelet op de concrete feiten en omstandigheden in een individuele zaak kan het maatschappelijk gezien niettemin onaanvaardbaar zijn dat er aanspraak kan worden gemaakt op de nalatenschap van het slachtoffer. In dat geval kan de rechter op vordering van de nabestaanden bepalen dat de dader op grond van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2, tweede lid, BW)geen aanspraak heeft op de nalatenschap. Ik verwijs in dit verband naar recente jurisprudentie van de Hoge Raad.
[HR 6 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1797, r.o. 3.5–3.7]
In het licht van de jurisprudentie van de Hoge Raad is er mijns inziens geen noodzaak om voor de onwaardigheid tot erven na oplegging van tbs tot wetswijziging over te gaan. De Hoge Raad heeft immers uitdrukkelijk bepaald dat een rechter in voorkomende gevallen ook met het bestaande wettelijk kader tot het oordeel kan komen dat de dader die enkel tbs krijgt opgelegd geen aanspraak kan maken op de nalatenschap van het slachtoffer. Het EHRM deed hetzelfde voor het geval er sprake is van zelfdoding van de dader voordat tot een veroordeling heeft kunnen komen. Een wetswijziging acht ik daarom niet opportuun.
Vraag 8
Bent u bereid om samen met het Verbond van Verzekeraars te onderzoeken of in de voorwaarden van levensverzekeringen standaardbepalingen kunnen worden opgenomen waarbij uitkering wordt opgeschort of geblokkeerd bij vermoedens van betrokkenheid van de begunstigde bij het overlijden?
Antwoord 8
Verzekeraars zijn zich bewust van deze problematiek en hebben daar in hun polisvoorwaarden in voorzien. Formulering van de contractuele voorwaarden– waaronder de regels wanneer niet wordt uitgekeerd – is in principe voorbehouden aan de verzekeraars zelf. Standaardbepalingen over het uitsluiten van uitkering bij misdrijven bestaan dus al, deze zijn alleen niet uniform vastgelegd in de branche. In polisvoorwaarden is opgenomen dat de begunstigde geen recht heeft op uitkering indien deze betrokken is bij een misdrijf waarbij de verzekerde is overleden. Ook is opgenomen dat bij vermoedens van betrokkenheid de verzekeraar de uitkering kan opschorten, totdat meer duidelijkheid bestaat. Dergelijke voorwaarden worden in de praktijk derhalve al opgenomen en het opstellen van dergelijke voorwaarden is in principe ook voorbehouden aan de verzekeraars zelf.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99