Neem nu een abonnement op Fintool.nl
De betrouwbare vraagbaak voor financiële dienstverleners.
Abonneren Bekijk alle diensten
14 okt 2024 Nieuws

Termijn voor bedingen lijfrentepremies op basis van de reserveringsruimte

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van de terugwentelingsmogelijkheid van artikel 3.130, tweede lid, Wet IB 2001 voor de reserveringsruimte op grond van artikel 3.127, tweede lid, Wet IB 2001.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Aanleiding

Op grond van artikel 3.127, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) kan ruimte voor het in aftrek brengen van lijfrentepremies die in het verleden onbenut is gebleven in een later jaar alsnog worden benut. Artikel 3.130, tweede lid, Wet IB 2001 biedt de mogelijkheid om bepaalde lijfrentepremies die binnen zes maanden na het jaar van staking worden betaald in aftrek te brengen in het voorafgaande jaar (terugwentelingsmogelijkheid).

Vraag

Geldt deze terugwentelingsmogelijkheid ook voor lijfrentepremies die in aftrek kunnen worden gebracht op grond van de reserveringsruimte van artikel 3.127, tweede lid, Wet IB 2001?

Antwoord

Nee, de  terugwentelingsmogelijkheid van zes maanden geldt niet voor lijfrentepremies die in aftrek kunnen worden gebracht op grond van artikel 3.127, tweede lid, Wet IB 2001. De wettekst beperkt die mogelijkheid tot lijfrentepremies als bedoeld in de artikelen 3.127, vijfde lid, en 3.129 Wet IB 2001. Doel en strekking van de terugwentelingsmogelijkheid hebben betrekking op de behaalde winst in het jaar van staking en bieden geen ruimte voor een ruimere toepassing.

Beschouwing

Artikel 3.130, tweede lid, Wet IB 2001 bepaalt:

"Een belastingplichtige kan premies voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.127, vijfde lid, en 3.129 die binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar door hem zijn betaald of verrekend, naar bij de aangifte gemaakte keuze nog aanmerken als premies die zijn betaald of verrekend in het kalenderjaar."

De wettelijke bepaling markeert duidelijk voor welke lijfrentepremies deze terugwentelingsmogelijkheid bestaat: voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.127, vijfde lid, en 3.129 Wet IB 2001. Lijfrentepremies als bedoeld in artikel 3.127, vijfde lid, Wet IB 2001 zijn lijfrentepremies die in aftrek kunnen worden gebracht op basis van de jaarruimte. Deze jaarruimte wordt op grond van artikel 3.127, eerste lid, Wet IB 2001 in beginsel bepaald aan de hand van de inkomensgegevens uit het voorafgaande kalenderjaar. Het vijfde lid geeft echter de mogelijkheid om de jaarruimte te berekenen op basis van het inkomen van het belastingjaar zelf indien in dat jaar de onderneming is gestaakt. Artikel 3.129 Wet IB 2001 biedt ruimte om (onder voorwaarden en beperkingen) stakingswinst om te zetten in een aftrekbare lijfrentepremie.

Op basis van de tekst van de wet kan een lijfrentepremie die in aftrek wordt gebracht in verband met de reserveringsruimte die artikel 3.127, tweede lid, Wet IB 2001 biedt, niet onder de terugwentelingsmogelijkheid vallen. Deze lijfrente wordt immers niet genoemd in artikel 3.130, tweede lid, Wet IB 2001.

De terugwentelingsmogelijkheid is in het leven geroepen om een oplossing te bieden voor het probleem dat de omvang van de in het jaar van staking behaalde winst pas na afloop van dat jaar goed kan worden bepaald. De mogelijkheid om stakingswinst te benutten voor een in aftrek te brengen lijfrentepremie zou worden belemmerd indien die premie al in het jaar van staking zou moeten worden afgestort. Onbekendheid met de in dat jaar behaalde (dan wel te behalen) winst maakt het niet mogelijk de omvang van de af te storten premie te kunnen bepalen. In het licht van dit doel van de terugwentelingsmogelijkheid valt niet in te zien waarom die extra tijd ook zou moeten worden gegund voor de aftrek van premies van waarvan de omvang van de aftrekruimte al vaststaat. Die ruimte is immers in het stakingsjaar zelf bekend.

In het verleden (tussen 2004 en 2011) bestond een terugwentelingsmogelijkheid van drie maanden voor premies in het kader van de jaarruimte en de reserveringsruimte. Deze mogelijkheid bestond naast de ruimte van zes maanden voor stakingswinst en werd specifiek in de wet genoemd. De huidige terugwentelingsmogelijkheid is echter bewust anders en beperkter vormgegeven (zie Fiscale vereenvoudigingswet 2010, Kamerstukken II 2009/10, 32130, nr. 3, p. 18-19).

 

Bron: Belastingdienst

Lees ook…

Box 3 en geruisloze terugstorting te veel betaalde lijfrentepremies en/of -inleg

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord op welke wijze het bedrag van de geruisloze terugstorting van te veel betaalde premies voor een lijfrente, die dient ter compensatie van een pensioentekort, in aanmerking wordt genomen onder de Wet rechtsherstel box 3 en de box 3-wetgeving met ingang van 1 januari 2023.

Standpunt gepubliceerd over lijfrentebedragen werknemer door werkgever rechtstreeks betaald aan lijfrente-aanbieder

De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of sprake is van uitgaven voor inkomensvoorzieningen voor de werknemer als de werkgever rechtstreeks bedragen overmaakt naar een lijfrente van de werknemer.

Rubrieken

Opvoerdatum

14 okt 2024

Laatst gewijzigd

14 okt 2024

Adresgegevens

Fintool

Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668

Fintool bv © 2003/2024. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.