In 2004 gingen in totaal bijna 12,5 miljoen Nederlanders op vakantie. De vakantieganger gaat steeds vaker op vakantie: in 1990 gemiddeld 2,4 keer en in 2004 gemiddeld 2,8 keer. In 1990 bracht 48 procent van de Nederlanders een vakantie door in eigen land, in 2002 was dit 53 procent. Daarna bleef dit aandeel vrij constant. Het percentage personen dat de vakantie in het buitenland doorbrengt laat een vergelijkbare ontwikkeling zien. In 1990 verbleef de helft van de bevolking voor een vakantie in het buitenland, sinds 2002 is dit ongeveer 58 procent.
Het totaal aantal vakanties is tussen 1990 en 2002 vrij sterk gestegen. Hierna blijft het niveau stabiel op ongeveer 35 miljoen. Bij de binnenlandse vakanties is in de periode 1990– 2002 een beperkte toename te zien, daarna is zelfs sprake van een lichte daling. Het aantal buitenlandse vakanties steeg tussen 1990 en 2002 sterk: van 10,8 naar 16,8 miljoen. Na 2002 is er nog slechts een lichte toename.
De gemiddelde uitgaven aan vakanties namen toe van 549 euro per persoon in 1990 tot 738 euro in 2004. Gecorrigeerd voor inflatie zijn deze uitgaven tot 2000 vrij constant, daarna is sprake van een lichte daling.
Bron: CBS, 11-04-2005
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99