Vraag 1
Is het mogelijk om de algemene heffingskorting koopkrachtneutraal af te schaffen middels bijvoorbeeld verlaging -en verhoging- van tarieven in de inkomstenbelasting?
Antwoord op vraag 1
Dit is tot op zekere hoogte mogelijk, maar er ontstaat wel een probleem bij AOW-gerechtigden.
...
Vraag 5
In hoeverre is het voor gewone mensen mogelijk om de financiële gevolgen van meer werken in te schatten? Werken prikkels als de arbeidskorting en de IACK (Inkomensafhankelijke combinatiekorting) in dat geval wel?
Antwoord op vraag 5
De arbeidskorting en de IACK verlagen de lasten op arbeid. In geval van de arbeidskorting zien mensen dit maandelijks op hun loonstrookje. Zij zullen daarbij niet expliciet naar de arbeidskorting kijken, maar de effecten op het netto-inkomen van werkenden zijn wel substantieel. Als de arbeidskorting niet zou bestaan, dan houdt een werkende met een modaal inkomen in 2023 ruim € 400 minder over per maand. Voor de IACK geldt dit effect in mindere mate, omdat deze heffingskorting niet in de loonheffing zit. Werkenden met recht op de IACK ontvangen deze heffingskorting wel maandelijks als zij voorlopige aangifte doen. Als zij dit niet doen, dan zien ze pas bij de definitieve aangifte dat ze nog een extra heffingskorting krijgen.
Daarnaast verlagen deze twee heffingskortingen de marginale belastingdruk voor werkenden met een inkomen tot ongeveer € 38.000. Dit betekent dat werkenden tot aan het genoemde inkomen meer overhouden van een extra verdiende euro dankzij deze heffingskortingen. De marginale druk is voor veel belastingplichtigen niet inzichtelijk als gevolg van de complexe vormgeving van het stelsel van belastingen, heffingskortingen en toeslagen. Als gevolg van die complexiteit zal de prikkel die uitgaat van deze heffingskortingen minder groot zijn dan wanneer de marginale druk voor iedereen inzichtelijk en begrijpelijk is.
Wel bestaan er tools, zoals bijvoorbeeld de werkzorgberekenaar van het Nibud of de werkurenberekenaar, waarmee werkenden (met kinderen) hun marginale druk kunnen berekenen. Daarnaast merkt een werkende ook wat het netto verschil op het loonstrookje is wanneer deze een loonsverhoging krijgt of meer of minder uren gaat werken. Iemand die minder uren gaat werken en er veel in inkomen op achteruit gaat, zal eerder geneigd zijn om later toch weer meer uren te gaan werken.
Vraag 7
Voor de zomer van 2023 komt het kabinet met resultaten van het onderzoek waar de grootste winst in vereenvoudiging zit, maar hoe hangt dit samen met de timing van evaluaties van regelingen zoals vermeld in de bijlage?
Antwoord op vraag 7, 33 en 43
In het onderzoek worden fiscale regelingen beoordeeld op een aantal criteria en op basis daarvan worden indien daar aanleiding toe is vervolgstappen genomen. Voor de evaluaties van fiscale regelingen die deze kabinetsperiode tot stand komen geldt dat bij een negatief oordeel het uitgangspunt is om deze regeling af te schaffen of te versoberen. Als uit de evaluatie blijkt dat een fiscale regeling beter aan de uitgavenzijde kan worden vormgegeven, is het uitgangspunt om de fiscale regeling conform de aanbeveling te verplaatsen.
Vraag 16
Wat zijn de voordelen van een subsidie ten opzichte van een fiscale regeling?
Antwoord op vraag 16
Een subsidieregeling is budgettair geplafonneerd, waarbij een verhoging van het budget onderdeel is van de budgettaire besluitvorming. Fiscale regelingen betreffen in de regel openeinderegelingen. Dat bekent dat het gebruik – en daarmee de budgettaire kosten – na invoering niet zijn gemaximeerd en ook pas achteraf op basis van de definitieve aangiften kunnen worden vastgesteld. Schommelingen in deze kosten hoeven tevens niet te worden gedekt, tenzij sprake is van een beleidsmatige aanpassing. Subsidieregelingen genieten daarmee de voorkeur vanuit zowel het principe van budgettaire beheersing als integrale afweging over de begroting.
Subsidies kunnen ook gerichter ingezet worden doordat je specifieke voorwaarden kunt formuleren of doordat je via rangschikking de subsidie kan verstrekken aan de beste binnengekomen voorstellen. Daarnaast maken fiscale regelingen het belastingstelsel (uitvoeringstechnisch)complex en minder transparant, wat het stelstel tevens gevoelig maakt voor constructies en deelbelangen.
Ten slotte is de verantwoordelijkheid bij subsidies duidelijker dan bij fiscale regelingen, waar er vaak een gedeelde verantwoordelijkheid is tussen het ministerie van Financiën en het beleidsdepartement. Er zijn ook voordelen aan fiscale regelingen. Zo kan het bijvoorbeeld uitvoeringstechnisch efficiënter zijn om een regeling in te passen in de bestaande fiscale structuur in plaats van het optuigen van een nieuwe subsidie als de betreffende belasting goed aansluit bij de doelgroep. Daarnaast zal over het algemeen ook bij veel meer gebruik dan verwacht een fiscale regeling niet gedurende het jaar stopgezet worden, wat meer zekerheid biedt voor de doelgroep dan bij subsidies.
Vraag 40
Waarom heeft het kabinet gekozen voor afschaffing van de middelingsregeling, terwijl deze als “beperkt effectief en efficiënt” is geclassificeerd, terwijl andere regelingen veel negatiever zijn geëvalueerd?
Antwoord op vraag 40
Uit de evaluatie van de middelingsregeling is gebleken dat deze beperkt doeltreffend en doelmatig is. Daarnaast speelt specifiek voor de middelingsregeling mee dat door invoering van het twee-schijvenstelsel de doeltreffendheid van de regeling aanzienlijk is beperkt. Om nog van de middelingsregeling gebruik te kunnen maken geldt daardoor namelijk in de regel dat het inkomen in ten minste één van de drie jaren deels in de hoogste schijf (2022: meer dan € 69.398) dient te vallen.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668