De AFM heeft een geactualiseerde Leidraad Hypotheekadvisering in consultatie gebracht. Het gaat nadrukkelijk niet om nieuwe wetgeving, maar om een vernieuwd kader waarmee de AFM laat zien wat zij onder 'goede adviespraktijk' verstaat bij hypotheken. De leidraad sluit aan bij artikel 4:23 Wft (adviesnorm) en geeft voorbeelden hoe een adviseur aan die norm kan voldoen.
De versie van december 2025 bouwt voort op de leidraad uit 2011 en verwerkt de bevindingen uit de AFM-verkenning 'Kwaliteit hypotheekadvies: AFM ziet ruimte voor verbetering' uit 2024. Daarbij zijn nieuwe accenten toegevoegd: verduurzaming, relatiebeëindiging en een stevigere uitwerking van verantwoorde woonlasten, rentevastperiode, fiscaliteit en oversluiten.
In dit artikel zetten we de hoofdpunten uit de consultatieleidraad op een rij, met nadruk op de fiscale component en de gevolgen voor uw advies- én dossiervorming.
Van leidraden 2010/2011 naar consultatie 2025
Tussen 2010 en 2011 publiceerde de AFM zeven afzonderlijke leidraden over hypotheekadvisering (o.a. verantwoorde woonlasten, rentevastperiode, oversluiten en fiscaliteit). Fintool heeft daar destijds uitgebreid over bericht, bijvoorbeeld over de deelaflevering 'Leidraad hypotheekadvisering: Fiscaliteit' en de vijfde leidraad over oversluiten.
In 2024 volgde een nieuwe AFM-verkenning naar de kwaliteit van hypotheekadvies. Conclusie: adviseurs vragen over het algemeen de verplichte elementen uit, maar verantwoorde woonlasten en risicobereidheid blijven lastige punten. Ook de zelfstandige rol van de adviseur en de toegevoegde waarde tijdens oriëntatie en advies moeten scherper.
De nieuwe consultatieleidraad uit 2025 is daarmee:
De zelfstandige rol van de adviseur: méér dan 'hypotheek regelen'
De AFM benadrukt dat de adviseur een zelfstandige professionele rol heeft. Hij laat zich niet alleen leiden door de wens van de klant of de leencapaciteit bij de aanbieder, maar adviseert actief over wat in de situatie van de klant passend is. Belangrijke elementen:
Voor uw praktijk betekent dit:
Het adviestraject: van kennismaking tot nazorg
De leidraad beschrijft het adviestraject in stappen: kennismaking, inventarisatie, analyse, advies en nazorg.
Kennismaking
Veel klanten willen in het eerste gesprek vooral weten wat zij maximaal kunnen lenen. De AFM waarschuwt dat dit een risicovol vertrekpunt is als u onvoldoende stilstaat bij de persoonlijke situatie.
Inventarisatie en analyse
De inventarisatiefase moet leiden tot een volledig en juist klantbeeld: financiële positie, doelstellingen, kennis/ervaring en risicobereidheid. De AFM verwacht o.a.:
Bij de analyse rekent de adviseur klantspecifiek door en vertaalt hij de verzamelde informatie naar concrete hypotheekmogelijkheden, inclusief scenario’s in de tijd.
Advies en adviesrapport
Het advies moet duidelijk uitleggen waarom de gekozen constructie past bij doelstellingen, financiële positie, risicobereidheid en kennis/ervaring van de klant. De AFM geeft een voorbeeld van een gelaagd adviesrapport:
Nazorg
Nazorg is geen harde wettelijke adviesnorm, maar de AFM noemt actief klantbeheer expliciet als goede praktijk: vooraf duidelijke afspraken maken over reikwijdte en vergoeding, en tijdens de looptijd passende ondersteuning bieden.
Verantwoorde woonlasten en rentevastperiode
De leidraad besteedt een volledig hoofdstuk aan verantwoorde woonlasten. De kern: de adviseur moet niet alleen toetsen aan leennormen, maar beoordelen wat voor deze klant betaalbaar is – nu én in de toekomst. Belangrijke accenten:
Bij de rentevastperiode moet u expliciet de samenhang uitleggen tussen:
De AFM illustreert dat vragenlijsten soms tegenstrijdige antwoorden opleveren (bijv. 5 jaar vast voor lage lasten, maar tegelijk 'maximale zekerheid' willen). De adviseur moet dit signaleren, bespreken en vastleggen.
Verduurzaming en funderingsrisico’s
Nieuw – en in lijn met andere AFM-publicaties – is de uitgebreide aandacht voor verduurzaming. De adviseur:
De AFM benadrukt dat de adviseur geen energie-expert hoeft te zijn, maar wel de financiële keuzes moet duiden en zo nodig verwijzen naar een energieadviseur. Opvallend is de passage over funderingsschade:
Dit vraagt in de praktijk om:
Fiscaliteit: eigenwoningregeling centraal
Voor Fintool-lezers is hoofdstuk 7 van de leidraad wellicht het meest interessant: Fiscaliteit. De AFM onderstreept dat fiscale regelingen – met name de eigenwoningregeling – grote invloed hebben op de betaalbaarheid van de hypotheek, zeker bij klanten met een hypotheekverleden. De leidraad focust vooral op doorstromers:
Inventarisatie hypotheekverleden
De adviseur moet zich inspannen om het volledige fiscale verleden te achterhalen en kan gebruikmaken van o.a.:
Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve
Op basis van de verzamelde informatie moet de adviseur:
Werken met aannames
Als ondanks de inspanningen het fiscale verleden niet volledig is te reconstrueren (bijv. na vechtscheiding en ontbrekende stukken), mag de adviseur met aannames werken, maar dan moet:
De oude AFM-leidraad 'Fiscaliteit' uit 2010 gaf al veel technische handvatten; in de nieuwe leidraad ligt de nadruk sterker op proces, dossiervorming en uitleg aan de klant.
Life events, relatiebeëindiging en oversluiten
Life events en relatiebeëindiging
De AFM koppelt hypotheekadvies nadrukkelijk aan life events zoals gezinsuitbreiding, inkomenswijzigingen, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Daarnaast krijgt relatiebeëindiging een eigen uitwerking:
De AFM noemt het een goede praktijk om klanten aan te moedigen afspraken vast te leggen bij de notaris (samenlevingscontract, testament) en de partner te registreren bij pensioenfonds(en).
Oversluiten
Oversluiten wordt door consumenten (en soms ook door adviseurs) nog wel eens als 'technische wijziging' gezien. De AFM benadrukt dat oversluiten in feite een nieuw adviesmoment is, met mogelijk grote impact. De adviseur moet:
Ook verwacht de AFM een berekening van de terugverdientijd en een onderbouwde afweging tussen financiële voordelen en kosten.
Praktische aandachtspunten voor uw kantoor
Wat kunt u nu al met deze consultatieversie?
1. Formulieren en vragenlijsten updaten
2. Dossiervorming aanscherpen
3. Adviessoftware en kennis
De AFM vindt het een goede praktijk om complexe berekeningen te laten ondersteunen door gespecialiseerde software, maar benadrukt dat de adviseur verantwoordelijk blijft en zich moet verdiepen in de werking van de software.
4. Opleiding & overleg
Tot slot: wat te doen met de consultatie?
De AFM heeft de leidraad als consultatieversie gepubliceerd. Dat betekent dat marktpartijen – zoals hypotheekadviseurs, ketenpartijen en brancheorganisaties – kunnen reageren voordat de definitieve versie wordt vastgesteld. Voor u als adviseur of kantoor:
Hoe dan ook: deze leidraad geeft een helder beeld van hoe de AFM anno 2025 naar passend hypotheekadvies kijkt. Door nu al uw processen, tooling en kennis daarop af te stemmen, verkleint u niet alleen het toezicht-risico, maar vergroot u vooral de kwaliteit en voorspelbaarheid van uw advies aan klanten.
Consultatiereactie uiterlijk tot 23 januari 2026
De AFM maakt graag gebruik van de kennis, ervaring en inzichten van de belanghebbenden. Daarom zal de AFM deze leidraad openbaar consulteren. Daarmee wil de AFM toetsen of de voorgestelde aanpassingen bijdragen aan een leidraad die actueel, duidelijk en praktisch toepasbaar is voor adviseurs en opleiders. De AFM nodigt u uit om uw eventuele reacties en/of voorstellen tot verbetering aan ze te mailen. U heeft hiervoor 6 weken de tijd: reageren kan vanaf 12 december 2025 tot 23 januari 2026, via consultatiehypotheekadvies@afm.nl onder vermelding van ‘Consultatie Leidraad Hypotheekadvisering’.
Vermeld ook of u akkoord bent met de publicatie van uw reactie, en of u akkoord bent met de publicatie van persoonsgegevens opgenomen in uw reactie. Na afloop van de consultatieperiode verwerkt de AFM de reacties en publiceert de definitieve leidraad naar verwachting in het voorjaar 2026 op afm.nl. We publiceren ook een ‘feedback statement’. Daarin staat wat er met de reacties uit de consultatie is gedaan.
Bron: AFM
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99