In een recente uitspraak heeft Kifid een adviseur veroordeeld tot het vergoeden van €30.720 aan een klant wegens het verstrekken van onjuiste informatie over de gevolgen van het vervroegd laten ingaan van het ouderdomspensioen. De uitspraak benadrukt opnieuw hoe belangrijk het is om duidelijke afspraken te maken over de aard van het gesprek, correcte informatie te verstrekken en gespreksnotities vast te leggen – óók wanneer een gesprek als ‘informatief’ bedoeld is.
De zaak
De adviseur begeleidde – in opdracht van een werkgever – werknemers bij de voortijdige beëindiging van hun dienstverband. Eén van de werknemers (de klant) had een gesprek met de adviseur. Deze werknemer besloot na het gesprek een deel van zijn ouderdomspensioen vervroegd in te laten gaan als inkomensaanvulling op zijn WW-uitkering. Toen dat ouderdomspensioen eenmaal was ingegaan, hield het UWV dit deel op zijn WW-uitkering. Toen de klant deze inhouding opmerkte, vroeg hij de adviseur telefonisch om opheldering. Die stuurde als antwoord vervolgens per Sms-bericht een printscreen van de UWV-website met de daarop de volgende informatie:
“U leest hier wat u moet doorgeven als u naast uw WAO-uitkering ook (pre)pensioen heeft. En wat u moet doen als u de AOW-leeftijd bereikt. (…) Krijgt u (pre)pensioen uit werk dat u deed vóór uw uitkering? Dan heeft uw (pre)pensioen geen invloed op uw uitkering. (…)”
De klant was van mening dat hij door de adviseur onjuist was voorgelicht. Die zou namelijk gezegd hebben dat het vervroegen van het ouderdomspensioen géén invloed heeft op de WW-uitkering.
De adviseur ontkent dat hij de klant geadviseerd heeft, niet in het algemeen en ook niet specifiek met betrekking tot het naar voren halen van het pensioen en de mogelijke invloed daarvan op een WW-uitkering. Volgens hem was er alleen sprake van een informatief gesprek. Hij kon zich het telefoongesprek met de klant niet herinneren, maar wees erop dat in het Sms-bericht ging over een WAO-uitkering en niet om een WW-uitkering.
De uitspraak
Het Kifid stelt de klant in het gelijk. De adviseur trad op als professioneel financieel adviseur en werd door de voormalige werkgever van de klant ook betaald om de gesprekken te voeren. Op de adviseur rust dan ook de verzwaarde motiveringsplicht. Dat betekent dat hij met meer bewijs moet komen, dan alleen het ontkennen van wat de klant beweert. Echter, de adviseur kan geen gespreksnotitie of een andere weergave van het gesprek overleggen.
Het Kifid vindt het op basis van het Sms-bericht aannemelijk dat de adviseur bij zijn informatieverstrekking van onjuiste informatie is uitgegaan. De klant ontving immers geen WAO-uitkering.
Omdat het UWV gedurende 24 maanden €1.280 inhoudt op de WW, moet de adviseur de klant €30.720 betalen
Conclusies voor de financieel adviseur
Deze uitspraak bevestigt opnieuw dat ook informele, korte gesprekken in een arbeidsrechtelijke context kunnen leiden tot een adviesrelatie — met grote financiële gevolgen als de informatie niet klopt. Correcte vastlegging en scherpe afbakening van de dienstverlening zijn essentieel om claims te voorkomen. Tips voor adviseurs:
Kifid oordeelt regelmatig dat dergelijke berichten — hoe informeel ook — formeel als advies kunnen gelden wanneer de klant erop mag vertrouwen. Beperk dit soort antwoorden of verwijs meteen naar een vervolggesprek. Let op!
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99