In samenspraak met bewoners, gebouweigenaren en andere stakeholders kiezen gemeenten in de wijkgerichte aanpak de beste manier om de wijk duurzaam te verwarmen. Per wijk kan de oplossing en aanpak verschillen. Alternatieven voor aardgas zijn bijvoorbeeld warmtenetten, verwarming door elektriciteit (bijvoorbeeld met warmtepompen) of groen gas.
Aan de mogelijkheid dat gemeenten een duurzaam alternatief voor aardgas kunnen bepalen worden waarborgen verbonden. Het gaat daarbij onder andere om een zorgvuldig proces van democratische besluitvorming. Bovendien is gewaarborgd dat woning- en gebouweigenaren altijd zelf mogen kiezen met welk duurzaam alternatief ze hun woning of gebouw verwarmen, los van het gekozen alternatief van de gemeente. Er komt dus geen verplichting om bijvoorbeeld mee te doen aan een collectief warmtenet. Verder moet de gemeente een redelijke termijn in acht nemen voordat de wijk van het aardgas af gaat, zodat woning- en gebouweigenaren zich kunnen voorbereiden op de overstap naar een duurzaam alternatief voor aardgas.
Daarnaast moet de gemeente checken dat woningen en gebouwen daadwerkelijk verwarmd kunnen worden. Een gasnet in stand houden of vernieuwen voor enkele gebruikers die niet van het aardgas af willen, terwijl er een redelijk alternatief beschikbaar is, leidt tot onnodige CO2-uitstoot en tot hogere kosten voor de samenleving als geheel. Immers, de kosten voor dat gasnet worden betaald door alle klanten uit het verzorgingsgebied van de netbeheerder.
Het besluit is relevant voor alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de wijkgerichte aanpak, zoals gemeenten, netbeheerders, de warmtesector, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren, bedrijven, gebouweigenaren, bewoners, eigenaren van maatschappelijk vastgoed, bouwers en installateurs.
Klik hier voor de internetconsultatie.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99