MijnFintool

Nieuws

'Eigen' bouwdepotrekening in box 3?

In 2016 heeft belanghebbende een aannemingsovereenkomst gesloten met een aannemer voor de bouw van een appartement. Zij heeft een bedrag voor het betalen van de bouwtermijnen op een spaarrekening apart gezet.

Deze spaarrekening is speciaal hiervoor geopend en staat op naam van belanghebbende. Het betreft een reguliere spaarrekening die als tegenrekening gekoppeld is aan de betaalrekening van belanghebbende. Enkel belanghebbende was gerechtigd om geld van de spaarrekening over te boeken. Zij deed dat zodra de bouwtermijnen van de aannemer vervielen.

Stelling belastingplichtige

Belanghebbende stelt dat de betreffende spaarrekening niet tot de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen hoort. Het geld op de spaarrekening was specifiek bestemd voor het betalen van de bouwtermijnen en zij was, conform de overeenkomst met de aannemer, verplicht dit geld op een aparte spaarrekening te storten zodat de aannemer hierover op afroep kon beschikken.

Wet IB2001

Volgens artikel 5.3 van de Wet IB 2001 is de rendementsgrondslag de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden. In het tweede lid van dat artikel worden, voor zover van belang, als bezittingen gedefinieerd:
(…)
e. rechten die niet op zaken betrekking hebben, waaronder geld en
(…).

De betreffende spaarrekening kwalificeert als rechten die niet op zaken betrekking hebben, waaronder geld en deze wordt conform onderdeel e van het tweede lid van artikel 5.3 van de Wet IB 2001 aangemerkt als bezitting voor de rendementsgrondslag. Dit is slechts anders indien in de wettelijke bepalingen is opgenomen dat een bepaalde bezitting onder een vrijstelling kan worden geschaard. Als dat het geval is, dan behoort deze bezitting niet tot de rendementsgrondslag. Een vrijstelling voor een dergelijke spaarrekening is echter niet in de wettelijke bepalingen opgenomen. Dat het geld op die spaarrekening een specifiek oormerk had, dat belanghebbende daarover naar eigen zeggen niet vrij kon beschikken en dat het geld enkel nog op de spaarrekening stond omdat de bouw van het appartement was vertraagd maakt dat niet anders.

Geen saldering

Voor zover belanghebbende stelt dat tegenover deze bezitting de waarde van de bouwtermijnen als schuld moet worden opgenomen merkt de rechtbank het volgende op. Op 1 januari 2017 had belanghebbende met de aannemer reeds de aannemingsovereenkomst gesloten. Op grond van die aannemingsovereenkomst was de aannemer verplicht tot de bouw van het appartement en was belanghebbende verplicht de kosten van de bouw te betalen middels de bouwtermijnen. Het sluiten van de aannemingsovereenkomst wordt aangemerkt als een concrete stap voor het in gang zetten van bouwkundige werkzaamheden voor de realisatie van de eigen woning conform artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001. Het appartement in aanbouw wordt daardoor op 1 januari 2017 al aangemerkt als eigen woning voor belanghebbende.

Voor zover er op 1 januari 2017 sprake is van vervallen bouwtermijnen die nog niet door belanghebbende zijn betaald is er sprake van een schuld. Deze schuld behoort echter toe aan de eigen woning in aanbouw en wordt als schuld bij het inkomen uit werk en woning opgenomen (artikel 3.119a, vijfde lid, van de Wet IB 2001). Dit betekent dat die schuld niet tot de rendementsgrondslag behoort.

Voor de op 1 januari 2017 nog niet vervallen bouwtermijnen geldt dat, deze verplichtingen (nog) geen schuld vormen in de zin van de Wet IB 2001.

Oordeel

Conclusie is dat de spaarrekening behoort tot de rendementsgrondslag en dat er geen sprake is van een schuld die daarbij in aanmerking dient te worden genomen.


Bron: Rechtspraak.nl


Fintool: In het verleden is wel eens de vraag gesteld of de 'spaarrekening' toch als bouwdepotrekening aangemerkt kon worden.

Met verwijzing naar het besluit DGB2010/921

'3.2.1. Verbouwingsdepot bij een lening vooraf. Depotgoedkeuring
De belastingplichtige kan gebruik maken van een rentedragende rekening die hij speciaal voor de verbouwing heeft geopend (verbouwingsdepot)'

is wel eens aangegeven (voor rekening en risico belastingplichtige) dat er geen 'wettelijk' vormvereiste is hoe een bouwdepotrekening er uit dient te zien en dat een 'separate' rekening mogelijk wel degelijk als bouwdepotrekening aangemerkt kan worden. In deze rechtspraak wordt dit 'niet gehonoreerd'. Mogelijk in hoger beroep wel met verwijzing naar dit besluit.

Downloads

DGB2010 / 921

Inkomstenbelasting: eigenwoningrente

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1