Gedekte obligaties zijn schuldinstrumenten die worden uitgegeven door banken, waarbij de uitgevende bank onderpand afzondert als zekerheid voor de obligatiehouders. Dit onderpand bestaat uit een pool van activa, die onderhevig is aan strenge kwalitatieve en kwantitatieve eisen. De uitgevende bank heeft daarbij de verplichting ervoor te zorgen dat de waarde van het onderpand te allen tijde tenminste gelijk is aan de waarde van de uitstaande obligaties.
De pool van activa die strekt tot zekerheid van terugbetaling van de gedekte obligatie wordt daarbij in de Nederlandse praktijk door de uitgevende bank overgedragen aan een separate rechtspersoon (de zogenoemde ‘covered bonds company’) die speciaal voor dat doel is opgericht. Doordat de uitgevende bank het onderpand aan de covered bonds company heeft overgedragen, is dit afgescheiden van het vermogen van de uitgevende bank en valt het bij een eventueel faillissement van de bank niet in de faillissementsboedel. De houder van een gedekte obligatie heeft op grond van de uitgiftedocumentatie daarbij een bevoorrechte vordering op dit onderpand naast zijn ‘reguliere’ vordering op de boedel van de bank. Deze dubbele vordering van de houder van een gedekte obligatie is een van de kerneigenschappen van een gedekte obligatie. Dit zorgt er voor dat het risico van investeringen in gedekte obligaties beperkt is.
De belangrijkste wijziging is dat een verbod wordt opgenomen op het uitgeven van gedekte obligaties zonder toestemming van DNB voor het programma (artikel 3:33a, eerste lid, Wft). In artikel 3:33a, tweede lid, Wft wordt bepaald dat DNB toestemming verleent voor het programma van gedekte obligaties wanneer aan de daartoe gestelde voorwaarden wordt voldaan. Het is staande praktijk dat gedekte obligaties altijd worden uitgegeven binnen een programma. De banken waaraan toestemming is verleend om een programma van gedekte obligaties uit te geven, worden door DNB opgenomen in een register (artikel 1:109).
Met de wijziging van de Faillissementswet wordt geregeld dat dat de faillietverklaring van een uitgevende bank noch op grond van de wet, noch op grond van de overeenkomst een reden oplevert voor afwijking van de termijn waarop de vorderingen op de bank opeisbaar worden.
Klik hier voor de internetconsultatie.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99