MijnFintool

Nieuws

Kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden

Aan de staatssecretaris is een vraag gesteld over de kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden voor de bijleenregeling.

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

 

Besluit van 20 januari 2005, nr. CPP2004/2357M

 

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

 

Aan mij is een vraag gesteld over de kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden voor de bijleenregeling. De vraag en het antwoord zijn hierna opgenomen.

Vraag

In het kader van de bevordering van het eigenwoningbezit worden door woningbouwcorporaties woningen onder voorwaarden verkocht. Hierbij komt het voor dat de woningcorporaties een belang bij de waardeontwikkeling toekomt. De prijs die de koper-bewoner bij aankoop betaalt of bij verkoop ontvangt, zal door deze verkoopregulerende bedingen afwijken van de waarde in het economische verkeer die zou gelden bij een verkoop zonder de voorwaarden.

Wordt voor de bijleenregeling bij verkoop onder voorwaarden uitgegaan van de tegenprestatie die de koper-bewoner betaalt of ontvangt?

Antwoord

Ja, voor de bijleenregeling wordt bij verkoop onder voorwaarden uitgegaan van de tegenprestatie die de koper-bewoner betaalt of ontvangt. De voorwaarden waaronder door de woningcorporatie wordt verkocht, leiden tot een aan- en verkoopprijs die ook voor de bijleenregeling geldt. Bij koop en (terug)verkoop is, gelet op de voorwaarden, in beginsel sprake van een onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 3.119a, zevende lid, van de Wet IB 2001.

 

Voor de duidelijkheid merk ik op dat voor de beoordeling voor de eigenwoningregeling een ander uitgangspunt geldt. De eigenwoningregeling geldt als onder meer de waardeverandering van de woning de koper-bewoner grotendeels aangaat (artikel 3.111, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001). Voor de definitie van het eigenwoningbegrip wordt uitgegaan van de waarde van de woning in onbewoonde staat, zonder rekening te houden met de eventuele voorwaarden (onderdeel 4.1.1.1 van het besluit van 9 november 2001, nr. CPP2001/2136M).

Modules & dossiers

Opvoerdatum

26 jan 2005

Laatst gewijzigd

09 feb 2005

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1