De Nederlandse wetgeving gaat uit van de verantwoordelijkheid van alimentatieplichtige voor de rechtstreekse betaling van de alimentatie aan de alimentatiegerechtigde. Wanneer deze niet aan zijn verplichtingen voldoet, kan het LBIO op verzoek van de alimentatiegerechtigde de alimentatie innen voor de alimentatiegerechtigde. Het LBIO gaat over tot inning van de alimentatievordering als het niet lukt om de betaling vrijwillig op gang te brengen. De alimentatieplichtige moet dan een niet geringe kostenopslag betalen.
[Het gaat hierbij om een opslag van 19 euro of 15% over de achterstand en de lopende vordering indien het deel meer is dan 19 euro. Bovendien wordt de inning door het LBIO pas beëindigd indien de achterstand volledig is voldaan en er minimaal zes maanden regelmatig is betaald.]
Ik (S. Dekker) meen dat met de inzet van het LBIO de betaling van de alimentatie voldoende verzekerd is en zie daarom geen reden tot het betalen van een voorschot of het ontvangen van een bedrag vanuit de overheid.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99