Antwoord Met ingang van 1 januari 1995 is een eigenbeheerlichaam fiscaal alleen nog een toegelaten pensioenverzekeraar indien het volgens de voorwaarden van de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) en/of de Pensioenwet toegestaan is om de pensioenaanspraken bij een eigenbeheerlichaam te verzekeren. Voor de op 31 december 1994 in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraken van werknemers die niet voldeden aan de voorwaarden van de PSW, is overgangsrecht opgenomen in artikel 36b van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB). Deze op 31 december 1994 bestaande pensioenaanspraken mogen op grond van het overgangsrecht van artikel 36b Wet LB verzekerd blijven bij het eigenbeheerlichaam waar de pensioenaanspraken op dat moment waren verzekerd. Na de overdracht van de betreffende pensioenaanspraken aan een andere verzekeraar, is het overgangsrecht van artikel 36b Wet LB niet langer van toepassing. Overdracht van de op 31 december 1994 bij het eigenbeheerlichaam verzekerde pensioenaanspraken aan een andere verzekeraar is fiscaal alleen mogelijk indien de nieuwe verzekeraar voldoet aan de op het moment van overdracht geldende fiscale regels. De op 31 december 1994 in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraken van de partner van de dga zijn in de loop van 1995 door de BV volledig verzekerd bij een professionele verzekeraar. Na deze overdracht is het overgangsrecht van artikel 36b Wet LB niet meer van toepassing op de tot en met 31 december 1994 opgebouwde pensioenaanspraken. Een eigenbeheerlichaam is fiscaal geen toegelaten verzekeraar meer voor deze pensioenaanspraken. Indien de betreffende pensioenaanspraken wel worden overgedragen naar een eigenbeheerlichaam, wordt de waarde in het economische verkeer van de pensioenaanspraken op grond van artikel 19b Wet LB direct volledig aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking van de partner van de dga. De partner van de dga is dan bovendien revisierente verschuldigd over de waarde van de pensioenaanspraken. |
Bron: Belastingdienst
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99