Gezien de voor de vrouw bekende en beperkte financiële situatie van de man mocht van de vrouw gevergd worden (in zekere mate) in te teren op het bedrag van de loterijprijs. Dat de vrouw haar loterijprijs nagenoeg volledig heeft besteed aan niet nader geconcretiseerde uitgaven moet voor haar eigen rekening en risico komen. De rechtbank acht de vrouw dan ook vanaf het moment dat zij de geldprijs ontving niet langer behoeftig.
Ingangsdatum: terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag aan onderhoudsbijdrage is in het onderhavige geval ingrijpend, zodat beoordeeld moet worden of deze terugbetaling van de vrouw in redelijkheid kan worden gevergd.
Indien de vrouw de man tijdig en volledig over de door haar ontvangen geldprijs had geïnformeerd, zou het bedrag van de terugbetaling minder omvangrijk zijn geweest.
Daartegenover staat dat de man de gevolgen van zijn beslissing om met zijn onderhavig wijzigingsverzoek langere tijd te wachten, ook nadat hij op de hoogte was van de door de vrouw gewonnen geldprijs, niet ten volle op de vrouw kan afwentelen.
Aannemelijk is dat de vrouw thans geen (noemenswaardig) inkomen uit de geldprijs meer over heeft. Niet van de vrouw kan worden gevergd dat zij met het oog op de terugbetaling schulden aangaat. Geen terugbetalingsplicht tot aan de datum indiening van het verzoekschrift.
Vanaf de datum waarop de man zijn verzoekschrift heeft ingediend heeft de vrouw redelijkerwijs rekening kunnen houden met een wijziging van de alimentatie.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Rechtspraak.nl
Artikel 1:402 van het Burgerlijk Wetboek laat de rechter een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de ingangsdatum van een (gewijzigde) alimentatieverplichting. Ingevolge vaste jurisprudentie heeft evenwel in het algemeen als uitgangspunt te gelden dat de rechter een behoedzaam gebruik dient te maken van zijn bevoegdheid tot wijziging van een bijdrage over een periode in het verleden.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99