Restschuld en box 1 of box 3?

Voor de aftrek van rente is het niet van belang of er wordt afgelost. Na 15 jaar gaat een eventueel restant van de schuld naar box 3 en vervalt de renteaftrek. Banken zullen bij het financieren van restschulden mogelijk wél aflossing vragen.

Fiscaal is er geen sprake van een (box 1) restschuldfinanciering, als er sprake is van 'ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid' bij bijvoorbeeld echtscheiding, waarbij de achterblijvende partij met gesloten beurzen de hypotheek op zijn/haar naam zet, terwijl er sprake is van een 'onderwaterhypotheek'. In zo'n casus wordt de helft van de woning door de vertrekkende partij aan de zittende partij geleverd, waarbij de waarde van de woning lager is dan de hypotheek (box 1). Feitelijk heeft de vertrekkende partij een restschuld. Als bijvoorbeeld in het convenant is vastgelegd dat de zittende partij dit bedrag voor zijn/haar rekening neemt, is hier geen sprake van een box 1 restschuldfaciliteit, maar van een (consumptieve) box 3 schuld. Vandaar dat in de praktijk soms een 'restschuld' toch als box 3 wordt getoetst.

Fiscaal maakt het ook niet uit of de restschuld in een hypotheek of (onderhandse)lening/doorlopend krediet/persoonlijke lening wordt gefinancierd.

Rekenvoorbeeld:

• Huidige box 1 hypotheek €200.000, gemeenschap goederen.
• Huidige waarde woning €180.000
• Echtscheiding met 'gesloten beurs'
• Zittende partij heeft nog steeds 50% van de woning en 50% van de hypotheek als box 1.
• Hij/zij verwerft de andere 50% van de woning (€90.000 en eventueel aanvullende financieringskosten)
• Nieuwe box 1 wordt dan (€100.000 +€90.000) = €190.000, waarvan €90.000 annuitair/lineair af te lossen.
• Nu de totale financiering 200.000 blijft, valt €10.000 in box 3.