Met de onlangs gewijzigde Leegstandswet is bijzondere aandacht voor deze clausule van de bank op z’n plaats. Want ook in de situatie dat een huurder géén huurbescherming geniet – zoals het geval is als het huurcontract is opgesteld binnen de kaders van de Leegstandwet – geldt onverkort dat schriftelijke toestemming van de bank nodig is voordat tot verhuur kan worden overgegaan.
Indien een woning wordt verhuurd voor een beperkte periode, dan heeft de huurder geen recht op huurbescherming als de afgesproken periode om is. Tenminste, als de gemeente daar een vergunning voor heeft afgegeven onder de Leegstandswet. De recente wijzigingen (per 1 juli jl.) in de Leegstandswet maken het interessanter* voor een eigenaar om een tijdelijk huurcontract aan te gaan. Onder meer omdat er geen maximum meer is gesteld aan de huurprijs, maar dus ook omdat de huurder geen recht op huurbescherming heeft als de termijn van het contract is verstreken. Dit is met name interessant voor iedereen die zijn oude woning nog niet verkocht heeft en de maandelijkse lasten wil verlagen door die woning te gaan verhuren.
Ook al heeft de gemeente de vergunning voor tijdelijke verhuur afgegeven, de bank blijft hierin een bepalende stem hebben. Zoals net al aangegeven moet de eigenaar van de woning de bank inlichten en schriftelijk toestemming krijgen voor de verhuur. Dit staat los van het feit dat de verhuur valt binnen de kaders van de Leegstandswet.
Consequenties bij verhuren zonder schriftelijk toestemming bank
Wie de woning verhuurt zonder toestemming van de bank (al was het maar omdat men er simpelweg niet aan heeft gedacht deze toestemming te vragen) kan met vervelende consequenties te maken krijgen. Dat het een groot probleem is als je deze toestemming niet krijgt, blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank in Rotterdam.
De eigenaar van een woning had deze verhuurd maar had daarvoor geen toestemming gevraagd aan de bank. Daarmee werd de lening direct en geheel opeisbaar. De schuldenaar kon deze lening echter niet onmiddellijk terugbetalen, waarna de bank de woning in het openbaar mocht verkopen. Dat de opbrengst te laag zou zijn om volledig af te lossen (waardoor de debiteur met een aanzienlijke restschuld zou blijven zitten terwijl er geen achterstand was in de betaling van de rente) maakte daarbij niet uit.
Wijs uw klanten op deze belangrijke voorwaarde uit de hypotheekakte voordat ze overgaan tot (tijdelijke) verhuur van hun woning.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99