Gemiddeld werd het leven van alle huishoudens in de afgelopen vier jaar 6,7 procent duurder. Voor huishoudens die van een uitkering moesten rondkomen waren de prijzen in 2010 gemiddeld 6,1 procent hoger dan in 2006.
Ook de prijsstijging voor werknemers was lager dan gemiddeld. Daarentegen stegen de prijzen voor gepensioneerden en zelfstandigen iets meer dan gemiddeld. De verschillen worden veroorzaakt doordat de verschillende typen huishoudens andere bestedingspatronen hebben.
In 2010 stegen de prijzen voor uitkeringsontvangers gemiddeld met 1,1 procent. De gemiddelde inflatie, voor alle huishoudens, bedroeg 1,3 procent. Ook de prijsontwikkeling van gepensioneerden was gematigerder dan gemiddeld. Een belangrijke reden hiervoor is dat deze huishoudens een groter deel van hun uitgaven besteden aan gas en elektriciteit dan werknemers en zelfstandigen. Aangezien de energieprijzen in 2010 daalden, was het inflatieverlagende effect hiervan dus groter bij uitkeringsontvangers en gepensioneerden. Daarnaast gaven ze relatief minder uit aan autobrandstoffen. Deze werden juist duurder.
De verschillen in inflatie tussen de typen huishoudens worden veroorzaakt door verschillende uitgavenpatronen. Tussen individuele huishoudens binnen hetzelfde type kunnen echter ook grote verschillen bestaan in het bestedingenpakket. Aan de hand van het eigen bestedingenpatroon is met behulp van de persoonlijke inflatiecalculator een individuele prijsontwikkeling te berekenen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.