De Implementatiewet herziene richtlijn consumentenkrediet implementeert de Richtlijn (EU) 2023/2225 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten (ook bekend als de Consumer Credit Directive II, de ‘CCDII’).

Het implementatiebesluit werkt de verplichtingen voor kredietservicers en kredietkopers uit het wetsvoorstel verder uit.

Verschillende instanties willen experimenteren met mogelijkheden om gemeenten beter en sneller in te lichten op het moment dat mensen betalingsachterstanden oplopen. Door gegevensdeling mogelijk te maken, zijn gemeenten sneller in staat huishoudens met dreigende (problematische) schulden te signaleren en te voorkomen dat mensen flink in de problemen komen.

Met de aanpassing van de ministeriële regeling wordt een signaal van betalingsachterstanden toegevoegd voor de gemeenten Amsterdam, Tilburg en Groningen en het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

Bij kredietregistratie door BKR worden veel gegevens van mensen verwerkt. Het wetsvoorstel maakt van het beheer van het kredietregister een wettelijke taak, maakt het mogelijk om BKR aan te wijzen als uitvoerder van die taak, en zorgt ervoor dat gegevens zorgvuldig worden gebruikt. In de vraagstelling (consultatie) komen de vragen 'positieve registratie hypotheken' en 'verkorten naar drie jaar' aan bod.

Het wetsvoorstel implementeert Richtlijn (EU) 2021/2167 inzake kredietservicers en kredietkopers. Het voorstel introduceert in de Wet op het financieel toezicht een vergunningplicht en doorlopend toezicht voor partijen die niet-renderende kredietovereenkomsten servicen (kredietservicers).

Mensen moeten voldoende middelen overhouden om in de basale kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien. Hiervoor dient de beslagvrije voet. Een beslaglegger moet de beslagvrije voet in acht nemen.

Het huidige wetsartikel 6:29 BW bepaalt dat de schuldenaar zonder toestemming van de schuldeiser niet bevoegd is het verschuldigde in gedeelten te voldoen. Dit betekent dat de rechter alleen met medewerking van de schuldeiser een betalingsregeling kan opleggen.

Dit wetsvoorstel bevat, in aanvulling op de Wet herziening beslag- en executierecht (de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht) nog enkele wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

Deze initiatiefwet geeft gemeenten, UWV en SVB meer mogelijkheden op basis waarvan afgezien kan worden van de terugvordering een uitkering.