Als iemand zijn schulden niet betaalt, mag een schuldeiser maatregelen nemen om zijn geld terug te krijgen, maar mensen met schulden moeten niet onder het bestaansminimum terechtkomen. Zij moeten geld overhouden om van te leven. Daarom wordt straks bij een beslag op hun bankrekening een deel van het tegoed vrijgehouden. Bij beslag op loon of een uitkering geldt dit al.

Ook mensen die schulden hebben moeten genoeg geld overhouden om in de basale kosten van levensonderhoud te voorzien. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Blok van Veiligheid en Justitie zijn dan ook blij dat na de Tweede Kamer, ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat het bestaansminimum van mensen met forse schulden beter borgt.

De wijzigingsnota bevat een beperkt aantal wijzigingen van technische en redactionele aard. Daarbij is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de koppeling van het coördinerende deurwaarderschap aan degene die inningsbevoegd is, zoals het wetsvoorstel dit regelt, te verduidelijken.

Het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet, het minimum aan inkomen waarover iemand moet kunnen blijven beschikken voor zijn basale levensonderhoud, is door de Tweede Kamer als hamerstuk afgedaan. Daarmee zetten staatssecretaris Klijnsma en minister Blok een belangrijke stap naar een betere bescherming van het bestaansminimum van mensen met schulden.

Staatssecretaris Klijnsma (SZW) presenteert in een brief aan de Tweede Kamer o.a. de nadere uitwerking van een nieuw vereenvoudigd systeem voor de vaststelling van de beslagvrije voet. Ze wil met de voorstellen het systeem eenvoudiger, handhaafbaar en inzichtelijker maken.