Er zijn heel veel factoren die een rol kunnen spelen bij het vaststellen van de hoogte van smartengeldbedragen als vergoeding voor de zogenaamde immateriële of ideële schade; vergoeding voor geleden pijn en de gederfde en nog te derven levensvreugde. Het vaststellen van deze bedragen leidt vrijwel altijd tot discussie omdat er géén heldere richtlijnen voor zijn. Deze discussie veroorzaakt vertraging in de afwikkeling van letselschades. De recent ontwikkelde Rotterdamse schaal kan helpen om discussie en dus vertraging te voorkomen.

In 2024 zijn er 310 slachtoffers geregistreerd van ongevallen waarbij een fatbike betrokken was. Veel van de slachtoffers zijn heel jonge bestuurders van de onder jongeren razend populaire elektrische fiets met dikke banden en een stoer fors meestal zwart frame. De toename in het aantal fatbikes en het aantal ongevallen is zorgelijk en de bezitters en  bestuurders lijken zich niet bewust te zijn van de risico’s die voortvloeien uit het rijden op een fatbike die een e-bike maar ook een motorrijtuig kan zijn. Als de fatbike een motorrijtuig blijkt te zijn en de verplichte WAM-dekking ontbreekt dan moet de fatbiker de veroorzaakte schade zelf betalen. Dat is nu door Kifid bevestigd.

Het aantal elektrische auto’s in Nederland groeit gestaag. Ongeveer één op de tien voertuigen zijn voertuigen die volledig of hybride elektrisch worden aangedreven. De verwachting is dat het aantal elektrische voertuigen (EV’s) snel verder zal gaan toenemen en dat daarmee ook het aantal incidenten waarbij deze EV's zijn betrokken verder toenemen. Het bezit en het gebruik van deze voertuigen kent voor een groot deel dezelfde risico’s als de traditionele fossiele brandstofauto’s maar er zijn ook een aantal andere nieuwe risico’s. Een van die risico’s is het (gevolg van het) brandrisico van elektrische voertuigen.

In de zesde Europese WAM-richtlijn is vastgelegd dat er één formulier moest worden ontwikkeld waarmee alle Europese motorrijtuigverzekeraars binnen de Europese Unie op uniforme wijze een verklaring afgeven over het schadeverleden van verzekerden. Inmiddels is dit formulier klaar en zijn Europese motorrijtuigverzekeraars sinds 24 juli 2025 verplicht om dit formulier te gebruiken.

Uit onderzoek blijkt afleiding van de aandacht van de bestuurder van een voertuig een van de belangrijkste oorzaken van ongevallen in het verkeer te zijn. Dit komt vooral doordat bestuurders niet handsfree gebruikmaken van hun mobiele telefoon. In de Wegenverkeerswet (in art. 5a lid k) is jaren geleden al een verbod opgenomen om als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vast te houden. Sinds 1 december 2024 hebben een groot aantal motorrijtuigverzekeraars de dekkingsuitsluiting als een bestuurder een mobiel vasthoudt tijdens het verkeersongeval in de voorwaarden van de WA en cascodekking opgenomen.

Als een verzekering online wordt afgesloten dan moet de verzekeraar de bij die verzekering horende polisvoorwaarden verstrekken aan de aanvrager zodat die de polisvoorwaarden kan opslaan en op een later moment kan raadplegen. De Commissie van Beroep van Kifid heeft in 2024 aangegeven wat een juiste wijze van verstrekken van polisvoorwaarden kan zijn. Recent gaf de Geschillencommissie van Kifid voor de eerste keer invulling aan dit oordeel van de Commissie van Beroep uit 2024.

De overheid is al geruime tijd bezig om de wetgeving rondom Licht Elektrische Voertuigen (LEV) aan te passen. Eind 2023 werden wijzigingen die in 2024 doorgevoerd zouden worden bekend gemaakt. De datum van één die wijzigingen is nu uitgesteld tot 1 januari 2025. Omdat de invoeringsdatum 1 juli 2024 van het nieuwe systeem voor opbouw en registratie van schadevrije niet haalbaar blijkt te zijn, is ook besloten de invoering daarvan met minimaal een halfjaar uit te stellen.

Een belangrijke uitspraak van de Geschillencommissie waarbij zij duidelijk maakt hoe het belang van de consument uitgelegd moet worden. De rechtsbijstandsverzekeraar die zich te gemakkelijk achter de verzekeringsvoorwaarden verschuilt, moet 50% van de, nog te berekenen, schade vergoeden.

Een verzekeraar en een verzekeringnemer mogen een verzekering per contracts- of hoofdpremievervaldatum opzeggen met inachtneming van de van toepassing zijnde opzegtermijn. In het verzekeringsrecht is bepaald dat de verzekeraar een opzegtermijn van twee maanden in acht moet nemen. Als die opzegtermijn in acht wordt genomen kan de opzegging naar de maatstaven redelijkheid en billijkheid toch onaanvaardbaar zijn volgens Kifid als er niet helder en duidelijk wordt gecommuniceerd met de verzekeringnemer over de reden van de opzegging.

In dit bericht geven we met betrekking tot de modules Schade Particulier en Schade Zakelijk en Volmacht een beknopt overzicht van enkele wijzigingen die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies en de bedrijfsvoering. We kijken bovendien vooruit naar een aantal wijzigingen die in de loop van het jaar een rol gaan spelen in uw adviespraktijk. In dit bericht wordt ervan uit gegaan het nieuwsbericht van de onderliggende Wft-module Basis al is gelezen.