Met dit wetsvoorstel wordt de inwerkingtreding van de in artikel 44c van de Woningwet neergelegde goedkeuringsprocedure voor commerciële activiteiten van woningcorporaties (ook: de ‘marktverkenning’) tot 1 juli 2025 opgeschort.

Aan staatssecretaris Marnix L.A. van Rij is gevraagd in kaart te laten brengen waar het pensioenvermogen van ondernemers zich precies bevindt in de Vermogensstatistiek van het CBS.

Op 30 mei 2023 is na een aanlooptraject van bijna 15 jaar de kogel door de kerk: het pensioenstelsel gaat op de schop. De Wet toekomst pensioenen (Wtp), die diverse wetten wijzigt, is door de Eerste Kamer aangenomen. De wet gaat in op 1 juli 2023. Maar niet alle wetswijzigingen hebben direct effect. In dit artikel geven we een beknopt overzicht van de impact van de Wtp in zijn algemeen. En op de praktijk van de adviseur Vermogen in het bijzonder.

In 2012 heeft A. de consument voor de financiering van de aankoop van een nieuwbouwwoning een hypothecaire geldlening verstrekt. In de toepasselijke algemene voorwaarden staat dat de consument verplicht is binnen veertien dagen elke wijziging in zijn adres schriftelijk aan A. door te geven.

Hypotheekaanbieders hebben de afgelopen 5 jaar 1,68 miljoen klanten benaderd over mogelijke risico’s van hun aflossingsvrije hypotheek. In die periode is het aantal klanten dat een verhoogd risico loopt flink teruggelopen, met 63%.

Minister Van Gennip gaf antwoord op Kamervragen over aanpassingen in de WW premiedifferentiatie.

De Wet toekomst pensioenen geeft aan dat pensioenuitvoerders tenminste elke vijf jaar de risicohouding van deelnemers moeten bepalen. Deze risicohouding dient vervolgens als basis voor fondsspecifieke ALM analyses.

Minister Schouten gaf antwoord op vragen over heldere en toegankelijke publiekscommunicatie over de Wet toekomst pensioenen.

Staatssecretaris A. de Vries gaf antwoord op Kamervragen over de aankomende alternatieve behandeling van werkelijke schade in het toeslagenschandaal.

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een schuld, die bij de fiscale partner is aangegaan ter verwerving van de eigen woning en daardoor geen eigenwoningschuld is, door herfinanciering bij een bank kan worden aangemerkt als eigenwoningschuld.