Driekwart van de Nederlanders denkt dat de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd voor hen ongunstig uitpakt. Ook voelt 75 procent van de bevolking niets voor overheidsingrijpen in de pensioenen. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de FNV.

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat bij het verhogen van de AOW-leeftijd ook rekening wordt gehouden met zelfstandig ondernemers.

Het debat over de verhoging van de AOW-leeftijd dat gisteravond had moeten plaatsvinden, is verplaatst naar volgende week. De verschuiving is nodig nadat de oppositie had geëist dat ook premier Balkenende en vice-premier Bos zouden deelnemen aan het debat.

Pensioenfondsen en verzekeraars zijn kritisch over het kabinetsplan om de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar.

De gemiddelde Nederlander heeft nauwelijks vertrouwen in een goed pensioen voor later. Dat geldt ook voor de AOW. Slechts 11 procent van de Nederlandse beroepsbevolking geeft in september 2008 aan veel vertrouwen te hebben in een goed pensioen voor later. In mei 2007 was dit nog 22 procent. De verwachting is dat het vertrouwen in de toekomst (nog) lager wordt. Dat schrijft Atos Consulting in en whitepaper over de pensioenmarkt van 2020.

De CDA-achterban heeft zich zaterdag tijdens het partijcongres akkoord verklaard met het kabinetsplan om de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar. Wel zijn de CDA-leden kritisch. Zo zijn er zorgen over de zwakke positie van ouderen op de arbeidsmarkt.

Ook zelfstandigen moeten doorwerken tot hun 67ste jaar, ook al hebben ze 42 jaar gewerkt. Het Platform Zelfstandig Ondernemers vindt dat oneerlijk.

Het kabinet wil mensen de ruimte bieden om na hun 67ste door te werken. Ieder extra gewerkt jaar levert ongeveer 5 procent extra AOW op. Dit zei minister Donner van Sociale Zaken vrijdag.

De regeringscoalitie is het donderdagavond eens geworden over een verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar. Vandaag besluit de ministerraad over de uitkomst.

De fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremies moet worden beperkt. Dan wordt de jaarlijkse pensioenopbouw verminderd zodat werknemers pas op hun 67ste jaar op het gewenste pensioenniveau uitkomen. Ook kunnen daardoor de pensioenpremies omlaag.