Hierbij een aantal vragen over de gevolgen van het mogelijk aanbrengen op een verpande spaarhypotheekverzekering ; De verzekering is ingegaan op 01-01-1994 en er is geen KEW clausule geplaatst. Klant is gescheiden en inmiddels hertrouwd. De verzekering qua premie en uitkering ongewijzigd voortgezet en de poliswaarde ten tijde van de scheiding is onderling verrekend. Doordat klant hertrouwd is (buiten gemeenschap van goederen), is de nieuwe partner als mede verzekerde in 2010 op de polis geplaatst en zijn beide elkaars verzekeringnemer, alleen wat betreft het risicodeel ter voorkoming van eventuele erfrechten. De polisgegevens ; Ingangsdatum 01-01-1994 Expiratiedatum 01-01-2024 Poliswaarde € 113.000,00 Einduitkering € 251.000,00 Verzekeringnemer spaardeel Dhr. Verzekeringnemers risicodeel Dhr. en Mevr. Op elkaars leven ter voorkoming erfrecht Begunstigde I Dhr. II Mevr. III Kinderen IV Erfgenamen Verpanding Ja KEW Nee Cliënten gaan verhuizen en kopen samen een nieuwe woning met eigendomsverhouding 60 – 40 (dhr. – mevr.) Vragen ; - Voldoet de polis in de huidige redactie in aanmerking te komen voor dubbele vrijstelling ( twee maal € 123.000,00) ? Ik ging er vanuit dat uitgangspunt was dat beide 1e begunstigde moeten zijn, maar twijfel of ze beide verzekeringnemer van het spaardeel moeten zijn\worden…. - Indien de polis niet voldoet aan de dubbele vrijstelling, welke actie is dan nodig om dit te realiseren? - Kunt u aangeven of, en zo ja in welke mate sprake is van belastbaar vermogensoverheveling? (schenking) ; Is dat wanneer mevr. Mede-verzekeringnemer wordt ? Of (ook) wanneer mevr. ook 1e begunstigde wordt? - Indien sprake is van schenking, voor welk bedrag is dat van toepassing ; Poliswaarde op moment van mutatie of kapitaal op einddatum? - Wanneer is eventueel schenkingsrecht verschuldigd? - Dezelfde vragen gelden ook wanneer de KEW clausule op de polis wordt geplaatst