wat zijn de primaire eisen om een bestaande polis fiscaal geruisloos voort te kunnen zetten of dit nu een KEW is, box 3 polis na september 1999 of box 3 polis voor september 1999 en waarbij de nieuw af te sluiten polis een KEW / SEW wordt of een box 3 polis?

Vraagje mbt eigenwoningreserve: moet de opgebouwde waarde in een spaarverzekering worden verrekend bij de berekening van een eigenwoningreserve ? Bedragen bij deze situatie : verkoop woning E 200.000 en huidige hyp ook E 200.000,-. Geen overwaarde dus, behalve het feit dat er E 25.000 aan opgebouwde waarde is in een spaarverzekering (box1). Polis loopt sinds 2003. Is de eigenwoningreserve in deze situatie als ze gaan verhuizen nu 0 of E 25.000 ? Graag uw reactie. Bij voorbaat dank.

Kunt U mij aangeven of de onderstaande redenering van ABN AMRO juist is? Aan de uitkering van een KEW polis heeft de belastingdienst bepaalde spelregels verbonden. Eén van deze spelregels is dat de uitkering nooit voor iets anders mag worden gebruikt dan de aflossing het BOX1 gedeelte van de hypotheek aan welke de KEW-polis gekoppeld is / was. In het onderhavige geval geeft onze client er de voorkeur aan om de hypothecaire eigen woningschuld gedeeltelijk af te lossen in plaats van volledig. Dit is toch mogelijk, weliswaar met een gedeeltelijke belasting heffing over het niet afgeloste deel?

Ik heb een cliënt met een eigen KEW van 1 juli 2004. Nu gaat de cliënt samenwonen en verhuizen. De lopende waarde wordt ingebracht in de nieuwe verzekering, in dit geval bij de Rabo vermogensopbouw. Bij geruisloze voortzetting dient het bedrag direct te worden overgemaakt naar de nieuwe verzekeraar. Is een gewijzigde einddatum, een gewijzigd doelkapitaal of een nieuwe verzekeringnemer of begunstigde daarbij ook niet van belang? Waar kan ik in een besluit/ samenvatting deze definities tegenkomen?

Bij het aangaan of beëindigen van een huwelijk of een duurzame gezamenlijke huishouding wensen de (ex-)partners veelal wijzigingen aan te brengen in lopende kapitaalverzekeringen eigen woning (KEW), in “oude” kapitaalverzekeringen waarvoor het regime van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Wet IB’64) nog geldt en in lijfrenteverzekeringen.