Aanleiding voor dit wetsvoorstel is de nieuwe WW. Met de nieuwe WW wordt de maximale uitkeringsduur verkort van vijf jaar tot drie jaar en twee maanden. Deze maatregel past in het streven van het kabinet om meer ouderen aan het werk te krijgen of te houden.
Het kabinet beseft dat ondanks de toenemende werkgelegenheid de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers nog niet sterk genoeg is. Naar het oordeel van het kabinet rechtvaardigt dit een aparte tijdelijke inkomensvoorziening die oudere werklozen niet verplicht na afloop van hun WW eerst hun vermogen ‘op te eten’ en 60-plussers niet kort als hun partner een inkomen heeft. Het kabinet kiest nadrukkelijk voor een tijdelijke regeling, omdat naar verwachting vergrijzing en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zullen zorgen voor meer werkgelegenheid voor ouderen.
Voorwaarde voor een IOW-uitkering is dat de oudere werkloze meer dan drie maanden een WW-uitkering heeft ontvangen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zal de regeling uitvoeren. Net als bij de IOAW (huidige inkomensvoorziening voor oudere werkloze werknemers) kent de IOW een sollicitatieplicht voor zowel de oudere werkloze als de partner. Het UWV kan op individuele gronden besluiten dat iemand tijdelijk niet hoeft te solliciteren.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 28 september 2006
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99