De bank is tekortgeschoten jegens de consument Om te beginnen stelt de commissie vast dat er een geldleningsovereenkomst bestond tussen partijen, waarin een verhuisregeling was opgenomen op grond waarvan partijen het oude rentetarief mee mochten nemen naar een volgende woning. Deze verhuisregeling liep tot en met 30 juli 2023. Hiermee was de consument bekend.
Verder staat vast dat tussen de consument en de financieel adviseur van de bank een telefonisch oriëntatiegesprek heeft plaatsgevonden op 20 april 2023, waarin de wens van de consument om gebruik te maken van de verhuisregeling is besproken. In het daaropvolgende contactmoment van 10 juli 2023 is de doorlooptijd van een hypotheekaanvraag met de consument besproken en daarbij is door de financieel adviseur van de bank aangegeven dat het traject minimaal zes weken duurt. Uit de stukken blijkt dat de consument hierop schriftelijk heeft aangegeven niet bekend te zijn geweest met de doorlooptijd van een hypotheekaanvraag bij de bank en hoopt dat ze dan nog op tijd is. Als onweersproken gesteld, heeft de consument tijdens de hoorzitting bij Kifid verklaard dat haar tijdens het oriëntatiegesprek enkel is verteld ‘kom maar terug als de woning gevonden is’.
De commissie stelt voorop dat de maatschappelijke functie van de bank met zich meebrengt dat zij een bijzondere zorgplicht heeft tegenover derden met wier belangen zij rekening behoort te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. cliënten met wie zij een contractuele relatie heeft. De bijzondere zorgplicht van de bank omvat een scala aan meer specifieke verplichtingen om in bepaalde gevallen dan wel onder bepaalde omstandigheden een bepaald soort gedrag te vertonen, bijvoorbeeld iets te onderzoeken, iemand informeren of waarschuwen, of zelfs weigeren om een opdracht uit te voeren.
Voor de commissie staat vast dat de consument na het aflossen van de geldlening geen contractuele relatie meer had met de bank maar zij kon nog wel een beroep doen op de verhuisregeling in de beëindigde geldleningsovereenkomst. Er zijn hierover gesprekken geweest met de bank, er is een Woonplanner voor haar geopend en zij heeft de bank benaderd met een hulpvraag. Gelet op deze bijzondere omstandigheden en gezien de zorgplicht van de bank jegens derden is de commissie van oordeel dat de consument meer mocht verwachten van de dienstverlening van de bank. Hiervoor is ook redengevend dat zij een bestaande relatie was van de bank. De commissie is van oordeel dat de bank haar, vanaf het moment dat bekend was dat zij gebruik wenste te maken van de verhuisregeling, ook over de doorlooptijd van een hypotheekaanvraag had moeten informeren.
Vast staat dat dit niet is gebeurd. De bank heeft de consument pas op 10 juli 2023 over de doorlooptijd geïnformeerd, en dat is te laat oordeelt de commissie omdat de verhuisregeling op zondag 30 juli 2023 - feitelijk op vrijdag 28 juli 2023 – zou verlopen.
Naar het oordeel van de commissie is deze handelwijze van de bank niet zorgvuldig. Dit geldt temeer omdat de bank de zes maandentermijn van de verhuisregeling strikt toepast en niet weersproken is dat de consument er niet van het begin af aan al van op de hoogte was dat de bank zo strikt zou omgaan met deze zes maandentermijn waar de bank zich op beroept. Hierdoor is er naar het oordeel van de commissie sprake van onzorgvuldig handelen aan de zijde van de bank.
Vast staat dat de rechtspositie van de consument door het niet tijdig infomeren door de bank niet gewijzigd is en dat de bank ervan mocht uitgaan dat de consument bekend was met haar rechtspositie. De commissie is wel van oordeel dat het de bank gesierd zou hebben als zij de verhuisregeling nog wat explicieter onder de aandacht van de consument zou hebben gebracht. Maar, nu dat niet is gebeurd zulks geen tekortkoming van de bank oplevert.
De vordering van Consument is afgewezen.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668