2. Hoe kunt u vermogensbestanddelen die evident nihil rendement genereren maar wel jaarlijks kosten met zich brengen, beschouwen als een 'bron van inkomen' die in box 3 belastbaar is?
Een betaalrekening is een banktegoed. Banktegoeden zitten al vanaf de introductie van de Wet IB 2001 als vermogensbestanddeel in box 3 en worden aan de heffing onderworpen. Box 3 kent geen stelsel van ‘bron van inkomen’, maar gaat uit van het aanwezige vermogen. Daaraan is door de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 geen wijziging aangebracht.
Sinds de inwerkingtreding van die wetten wordt het begrip “banktegoed” gedefinieerd als “deposito’s als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en daarmee naar aard en strekking overeenkomende buitenlandse deposito’s” (zie artikel 5.2, derde lid, onderdeel a, Wet IB 2001). Een betaalrekening voldoet aan deze definitie en dient daarmee als vermogensbestanddeel in aanmerking te worden genomen voor de berekening van het forfaitaire rendement. Overigens worden in de markt ook betaalrekeningen aangeboden waarop wel rente wordt vergoed.
6. Op welke wijze wenst u de jaarlijks verschuldigde kosten van het aanhouden van een betaalrekening (anno 2024 gemiddeld circa 35 euro per betaalrekening per jaar) bij de bepaling van het box 3 belastbaar inkomen in aanmerking te nemen?
Het huidige forfaitaire stelsel van box 3 kent geen kostenaftrek. Het ligt daarmee niet voor de hand om voor betaalrekeningen een kostenaftrek mogelijk te maken. Kostenaftrek past wel bij een stelsel van box 3 waarin over het werkelijke rendement wordt geheven.
15. Klopt dat anno 2024 in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) in artikel 5.2, lid 2 voor banktegoeden nog altijd wordt uitgegaan van een forfaitair rendement van 0,01%?
Het percentage voor banktegoeden, zoals dat in artikel 5.2, tweede lid, Wet IB 2001 is opgenomen, wordt conform artikel 10.6ter, tweede lid, Wet IB 2001 met terugwerkende kracht tot en met het begin van het kalenderjaar vervangen door een ander percentage. Anno 2024 komt daarmee voor het kalenderjaar 2023 een geactualiseerd percentage in de wet te staan, namelijk 0,92% voor banktegoeden.
Voor 2024 wordt uitgegaan van een voorlopig percentage van 1,03%, conform artikel 9.5a Wet IB 2001 juncto artikel 45abis Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. Vervolgens wordt artikel 5.2 begin 2025 met terugwerkende kracht aangepast met de definitieve percentages.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668