Partijen twisten allereerst over de vraag wat onder “goed gedocumenteerd” als bedoeld in artikel 15.3 van de koopovereenkomst wordt verstaan. Volgens [verkoper] is dit niet een kwestie van uitleg aan de hand van de Haviltex-maatstaf maar volgt uit eerdere rechtspraak dat de verkoper moet kunnen beoordelen of de ontbinding op goede gronden wordt ingeroepen. De verkoper moet kunnen controleren welke financieringsaanvraag is ingediend, wat de hoogte van de financiering is, welke voorwaarden zijn gesteld en hoe de bank alles heeft beoordeeld. Deze vragen moeten kunnen worden beantwoord aan de hand van de documentatie en onderbouwing van de afwijzing. Een enkel briefje dat de financiering is afgewezen is niet voldoende. Het financieel rapport dat door [koper] is overgelegd voldoet niet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Het rapport en de afwijzing geven namelijk geen inzicht in de financiële situatie van [koper] en geven ook geen beeld van de mogelijkheid om een financiering te krijgen.
Het hof overweegt als volgt. Volgens artikel 15.3 van de koopovereenkomst wordt onder ‘goed gedocumenteerd’ verstaan dat één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling aan verkoper of diens makelaar wordt overgelegd. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het vervolgens aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan dit artikel mochten toekennen en op hetgeen zij te diens aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-maatstaf). Niet alleen de letterlijke tekst van het artikel is van belang, maar ook wat partijen hebben besproken voorafgaande aan of bij het sluiten van de koopovereenkomst.
Tussen partijen staat vast dat zij voorafgaand aan of bij het sluiten van de koopovereenkomst niet met elkaar hebben gesproken over de tekst en omvang van het financieringsvoorbehoud. Ook zijn de voorwaarden waaronder het financieringsvoorbehoud kon worden ingeroepen niet verder uitgewerkt: er worden geen nadere eisen gesteld aan de afwijzing zelf of de onderbouwing daarvan. Zo is niet vermeld dat de koper bewijsstukken waaronder bijvoorbeeld een financieringsaanvraag moet overleggen. Het hof ziet daarom geen reden om een verdere documentatieplicht aan te nemen dan in artikel 15.3 is verwoord. [koper] kon dus volstaan met het overleggen van één afwijzingsbrief van een erkende geldverstrekker (Florius) en heeft daarmee voldaan aan zijn documentatieplicht.
Uit de afwijzingsbrief, waarin enkele factoren worden vermeld die naar voren zijn gekomen in de aangeleverde gegevens en documenten en die van belang zijn geweest voor de beoordeling van de aanvraag, blijkt voldoende dat F. aan [koper] geen hypotheek heeft willen verstrekken omdat dat niet verantwoord werd geacht. Het is daarbij aan de geldverstrekker en niet aan [verkoper] om te beoordelen of [koper] voor een financiering in aanmerking kwam. Indien [verkoper] meer inzicht had willen krijgen in de financiële situatie van [koper] had het op zijn weg gelegen om bij de totstandkoming van de koopovereenkomst nadere eisen te stellen aan de voorwaarden waaronder het financieringsvoorbehoud mocht worden ingeroepen.
De verkoper wordt in het ongelijk gesteld.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668