Consument heeft zijn lening vervroegd afgelost en vordert de betaalde vergoeding wegens de vervroegde aflossing en bijkomende kosten terug.
Op basis van de partijafspraken blijkt niet dat de Geldverstrekker gehouden is de hypothecaire geldlening aan het einde van de looptijd (kosteloos) te verlengen.
Consument en zijn partner zijn op 18 december 1996 met de Geldverstrekker een hypothecaire geldlening aangegaan. In de overeenkomst van geldlening staat op pagina 2 naast sub F: “De looptijd van de geldlening is maximaal 30 jaar en de (pro resto) hoofdsom dient derhalve uiterlijk na 30 jaar door de geldnemer aan [de Geldverstrekker] te worden terugbetaald.” In april 2019 heeft Consument ontdekt dat de Geldverstrekker gestopt was met het aanbieden van (nieuwe) hypothecaire geld-leningen.
Consument heeft op 17 december 2019 de hypothecaire geldlening vervroegd afgelost en overgesloten naar een andere geldver-strekker. Consument heeft hiervoor aan de Geldverstrekker een vergoeding betaald van € 5.019,-. Op 29 december 2019 heeft Consument de Geldverstrekker per brief verzocht om de betaalde vergoeding kwijt te schelden of fors te verminderen
De Commissie is van oordeel dat de Geldverstrekker ook niet in redelijkheid gehouden kan worden om de kosten van Consument te vergoeden.
De vordering van Consument wordt afgewezen.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99