De betaling van de hypotheekrente kan niet los worden gezien van het verlenen van het recht tot bewoning en daardoor zijn deze rechtshandelingen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Belanghebbende heeft erin bewilligd dat het partnerschap op deze wijze zal worden afgewikkeld en dat zij geen recht op alimentatie heeft en de ex-partner evenmin. Zo de betaling van het deel van de hypotheekrente van de ex-partner zou zijn aan te merken als een periodieke betaling die ertoe strekt te voorzien in het levensonderhoud van de ex-partner, kan het dan niet anders zijn dan dat het de ex-partner is die op zijn beurt aan belanghebbende alimentatie verstrekt in de vorm van het verlenen van zijn recht tot bewoning van de woning. De betaling van de hypotheekrente valt in dat geval weg tegenover de van de ex-partner ontvangen alimentatie.
In hoger beroep is in geschil of de door belanghebbende betaalde eigen woningrente voor de helft bij belanghebbende in aftrek komt als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen als bedoeld in artikel 6.3, lid 1, aanhef en onderdeel a, dan wel onderdeel f van de Wet inkomstenbelasting 2001.
De rechtbank besliste eerder dat het niet aannemelijk is dat eiseres een alimentatieverplichting had jegens de ex-partner bestaande uit het betalen van de hypotheeklasten. In hoger beroep wordt deze beslissing bevestigd. Belanghebbende wordt in het ongelijk gesteld.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99