Ondanks verdampte overwaardes lijkt situatie van huiseigenaren mee te vallen
Hoewel de werkloosheid in de afgelopen jaren is opgelopen en de reële inkomens zijn gedaald, heeft het gros van de eigenaren-bewoners nog altijd een inkomen dat toereikend is voor de maandelijkse netto hypotheeklasten en de meest basale uitgaven voor het levensonderhoud.* In 2012 had 3 procent, ofwel 126.000 eigenaren-bewoners, een betaalrisico. Dit percentage is redelijk stabiel in de periode 2002-2012 en veel lager dan bij huurders.
Als gevolg van de daling van de huizenprijzen lopen wel steeds meer eigenaren-bewoners bij verkoop van de woning het risico op een restschuld. In 2012 had bijna een kwart van alle eigenaren-bewoners een potentiële restschuld; een verviervoudiging ten opzichte van 2002. In totaal stonden in 2012 bijna 1 miljoen koopwoningen ‘onder water’. Deze restschuldproblematiek is in grote delen van het land vermoedelijk van tijdelijke aard. Het tweede Kabinet Rutte zet met haar hervormingen voor de woningmarkt stevig in op risicovermindering en schuldaflossing. Deze beleidskoers zal, in combinatie met het huidige voorzichtige herstel in de huizenprijzen, op termijn naar verwachting bijdragen aan het verminderen van potentiële restschulden.
De daling van de huizenprijzen kent naast verliezers ook winnaars. De positie op de koopwoningmarkt is tussen 2009 en 2012 vooral voor middeninkomensgroepen verbeterd. Voor woningzoekenden met een inkomen tussen 38.000 – 43.000 (prijspeil 2011) was in 2009 gemiddeld 45 procent van het koopwoningaanbod financieel bereikbaar; in 2012 was dat ruim de helft.
De positie van doorstromers met een koopwoning is nauwelijks verbeterd, vanwege de lagere overwaarde. Toch ligt voor hen nog altijd driekwart van het aanbod aan koopwoningen financieel binnen bereik. Voor huurders die willen verhuizen, is slechts een kwart van het koopwoningaanbod financieel bereikbaar
Download hier onderzoeksrapport. (pdf, 122 pagina's)
Bron: PBL
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99