De AFM heeft veertien adviezen van QuaRendum onderzocht. Deze boete is opgelegd omdat in elf dossiers de door QuaRendum geadviseerde hoogte van het hypothecaire krediet niet passend was bij de financiële positie van de consument.
Voor het toetsen van de hoogte van een hypotheek hanteert de AFM in beginsel de norm uit de Gedragscode Hypothecaire Financieringen die is opgesteld door het Contactorgaan Hypothecair Financiers (CHF-norm). De CHF-norm gebruikt onder meer het inkomen van de consument voor het bepalen van de maximale hypotheek. Het advies van QuaRendum over de hoogte van de hypotheek was onvoldoende gebaseerd op het inkomen van de betreffende consumenten.
QuaRendum heeft bij drie verschillende consumenten voorafgaand aan het advies onvoldoende informatie ingewonnen over de financiële positie van de consument waardoor het advies van QuaRendum niet (afdoende) was gebaseerd op alle relevante informatie die over de financiële positie ingewonnen had moeten worden. Hiermee heeft QuaRendum artikel 4:23 lid 1 onder a en b van de Wet op het financieel toezicht overtreden.
Bij acht verschillende consumenten overschrijdt het door QuaRendum geadviseerde krediet de CHF-norm. QuaRendum heeft echter niet voldoende cijfermatig aangetoond waarom de hoogte van het geadviseerde krediet toch verantwoord is. In geen van de acht dossiers is het advies van QuaRendum voldoende gebaseerd op de ingewonnen informatie over de financiële positie van de betreffende consumenten.
Hiermee heeft QuaRendum artikel 4:23, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht overtreden. Deze wet verplicht financiële ondernemingen die adviseren om aan consumenten passende adviezen te geven. Daartoe moeten zij informatie over de cliënt inwinnen en hiermee rekening houden bij het advies.
Bron: AFM, 16-10-2009
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99