De Kennisgroep resultaat uit overige werkzaamheden heeft een vraag beantwoord over donaties en een bron van inkomen.
Een groepje vloggers met een achtergrond in de journalistiek heeft een eigen kanaal op een social mediaplatform. Ze verzorgen wekelijks een uitzending op het kanaal. Advertenties rondom het programma worden niet verkocht, omdat niet voldaan wordt aan de voorwaarden van het kanaal. Tijdens de uitzendingen roepen ze op te doneren om het kanaal te 'redden' of 'te laten bestaan'. Dat doneren kan via de website die bij het programma hoort. Op die site staan niet alleen links naar de programma's. Ook staan er nieuwsitems op, entertainment enz. Naast de webshop met merchandise is er een donatieknop. Er kan gekozen worden uit verschillende maandelijkse donatiebedragen. Voor de donatie krijgt de donateur bijvoorbeeld een extra uitzending. De donaties gaan via het platform zelf (bijvoorbeeld Youtube Studio of de ‘Super thanks’-knop) of via een afzonderlijk platform zoals Backme, Petje.af, PayPal of Patreon. Het platform houdt een bemiddelingsfee in en betaalt de rest door aan de vloggers.
Samengevat gaat het dus om mensen en organisaties die content aanbieden in de digitale wereld en via een donatiemodel geld inzamelen. De ontvangen bedragen kunnen in de praktijk behoorlijk oplopen.
Vormen de werkzaamheden in het kader waarvan de donaties worden ontvangen een bron van inkomen?
Wanneer werkzaamheden worden verricht die zijn gericht op het behalen van een geldelijk voordeel of als dit voordeel redelijkerwijs te verwachten is, is sprake van een bron van inkomen en zijn de inkomsten aan belastingheffing onderworpen. In dat geval moet nader worden beoordeeld of sprake is van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden.
De beoordeling of sprake is van een bron van inkomen is uitsluitend gebaseerd op jurisprudentie en dat kan lastig zijn. Daarnaast is beoordeling van de bron ook afhankelijk van de feiten en omstandigheden.
Een resultaat (positief of negatief) kan alleen inkomen zijn als er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Bij bronnen met arbeid moet aan de volgende 3 voorwaarden worden voldaan om te kunnen spreken van een bron van inkomen:
Van deelname aan het economisch verkeer is sprake als de activiteit plaatsvindt buiten de gezins- en hobbysfeer en tegen een vergoeding. Het is daarbij voldoende dat de activiteit gericht is op deelname aan het economisch verkeer. Door het openstellen van een eigen kanaal op sociale media en het daarbij actief werven (bij voorbeeld door middel van een duidelijk zichtbare betaalknop) van bijdragen om een volgende uitzending mogelijk te maken, is sprake van een activiteit die gericht is op deelname aan het economisch verkeer.
De vergoeding voor de vlogger hoeft niet vooraf overeengekomen te zijn en hoeft ook niet verplicht te zijn. In het Manege-arrest, HR 10 maart 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2709, oordeelde de Hoge Raad dat als sprake is van betalingen die uit vrijgevigheid aan belanghebbende zijn gedaan door personen die bij haar ondernemingsuitoefening geen belang hebben, deze betalingen niet tot het belaste resultaat behoren. In het onderhavige geval gaat het om betalingen door personen die wel belang hebben bij de uitoefening van de activiteit van de vlogger, namelijk om een volgende uitzending mogelijk te maken. De gelden worden daarmee toegekend als tegenprestatie voor specifieke werkzaamheden of diensten. Betalingen als hier aan de orde zijn, vallen onder het concept ‘waardebepaling achteraf’ of ‘pay what you want’. Ondanks dat er geen sprake is van een verplichte betaling, vormen de betalingen wel een tegenprestatie. Hetzelfde geldt voor fooien en vergelijkbare betalingen die ook tot het resultaat behoren, aldus HR 14 juni 1972, nr. 16 811, BNB 1972/167: het ontvangen van de bedoelde gelden houdt voor belanghebbende een voordeel in dat ten nauwste samenhangt met de uitoefening van de onderneming of werkzaamheid en moet daarom tot het resultaat worden gerekend.
Uit het aangaan van overeenkomsten met platforms of serviceproviders die het mogelijk maken om bedragen te ontvangen voor, via of door middel van de uitingen op socialemediakanalen, vloeit voort dat de activiteit gericht is op het behalen van opbrengsten. Als de verwachting is dat deze opbrengsten zodanig zijn dat deze de kosten zullen overtreffen, of (zie de objectieve voordeelsverwachting) blijkt dat deze opbrengsten de kosten overtreffen, is sprake van een bron van inkomen.
Wanneer objectief gezien sprake is van een reële verwachting dat de inkomsten de kosten zullen overtreffen, is voldaan aan de voorwaarde van de objectieve voordeelsverwachting. Dit is een dynamische toets, waarvan de uitkomst gedurende de periode waarin de activiteit wordt uitgeoefend, kan veranderen. Wanneer bij aanvang de verwachting is dat de kosten de baten overtreffen, is geen sprake van een bron van inkomen. Als echter (later) blijkt dat de opbrengsten groter zijn dan de kosten is alsnog sprake van een bron van inkomen. Daarbij is in artikel 3.10 van de Wet IB 2001, via artikel 3.95 van de Wet IB 2001 ook van toepassing op het resultaat uit overige werkzaamheden, een regeling opgenomen op grond waarvan eerder gemaakte kosten alsnog in aftrek mogen worden gebracht.
De vraag of sprake is van een objectieve voordeelsverwachting moet - in principe – beantwoord worden op basis van feiten en omstandigheden van dat jaar. Bij deze beoordeling mogen ook feiten en omstandigheden van andere jaren meegenomen worden, als die verder licht kunnen werpen op het antwoord op de vraag of sprake is van een bron van inkomen (vgl. HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5707).
Als eenmaal vaststaat dat sprake is van een bron, moet vervolgens worden vastgesteld of sprake is van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Die beoordeling vormt geen onderdeel van dit standpunt. In de voorgelegde casus gaat het om opbrengsten die worden verkregen doordat mensen de content op sociale media bekijken en daarbij expliciet worden uitgenodigd om bedragen te betalen. De betalingen vinden onder meer specifiek plaats als dank voor de content, om te abonneren en/of bij voorrang of exclusief nieuwe content te ontvangen en om de creatie van nieuwe content mogelijk te maken. Er kan dus uitsluitend een bron van inkomen zijn als de donaties er zijn. Op het moment dat vaststaat dat sprake is van een bron van inkomen, komen de donaties daarom per definitie op in de zakelijke sfeer.
Wanneer met de activiteiten, die niet gericht zijn op de huiselijke kring, zodanige opbrengsten worden verkregen dat deze de kosten naar reële verwachting overtreffen, is sprake van een bron van inkomen en is belastingheffing in box 1 aan de orde. Er kan sprake zijn van winst uit onderneming dan wel resultaat uit overige werkzaamheden. Als er sprake is van een bron van inkomen komen de donaties op in de zakelijke sfeer.
Bron: Belastingdienst
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99