Dit besluit strekt tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 in verband met de Wet waardeoverdracht klein pensioen. In de Wet waardeoverdracht klein pensioen zijn diverse delegatiebepalingen opgenomen. Met dit besluit worden deze bepalingen, en reeds bestaande bepalingen in voornoemde wetten nader ingevuld.
Dit besluit betreft een actualisering van het besluit van 31 augustus 2009, nr. CPP2009/1092M, over het aanbod voor de waardering van woning en ondergrond bij de verplichte overgang naar het privévermogen, alsmede de goedkeuring voor de waardering bij de vrijwillige overgang naar het privévermogen.
Dit besluit wijzigt het besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB 2014/816. Gewijzigd worden de onderdelen 3.2. en 9.1. over de zogenoemde andere-verzekeraarsanctie.
Dit besluit betreft een actualisering van het besluit CPP2007/1201M. Onderdeel 5 uit het besluit CPP2007/1201M is aangepast in verband met de wijzigingen van de vermogensrendementsheffing vanaf 1 januari 2017.
Dit besluit wijzigt het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo), het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten en het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Dit besluit betreft een samenvoeging en actualisering van de besluiten CPP2002/137M en CPP2008/163M op het gebied van de geruisloze doorschuiving in de zin van de artikelen 3.62 en 3.63 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Dit zogenoemde marktrentebesluit beoogt een praktisch handvat te geven voor het bepalen van de te hanteren rekenrente bij het berekenen van de contante waarde van renteloze verplichtingen.
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt bevestigd dat bij genoemde voorbeelden geen schenkbelasting is verschuldigd bij het aangaan van een huwelijk of het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden.
Dit besluit regelt dat de Belastingdienst vanwege een automatiseringsprobleem tijdelijk geen belastingrente in rekening brengt bij belastingaanslagen erfbelasting voor overlijdens vanaf 1 januari 2017.
Dit besluit bevat een wijziging van het besluit van 14 januari 2016, DGBel 2016/48 (Leidraad FATCA/CRS) (onderdeel I) en de intrekking van het besluit van 11 oktober 2016 over de CRS landenlijst deelnemende rechtsgebieden ingetrokken.
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M. Hierin zijn beleidsstandpunten verwerkt die nieuw, gewijzigd of verduidelijkt zijn en die zijn opgenomen als gevolg van recente ontwikkelingen. Eén onderdeel is vervallen.
Met het langverwachte besluit 'Eigenwoningregeling; eigenwoningreserve en eigenwoningschuld bij gezamenlijke aankoop eigen woning en gezamenlijk aangaan eigenwoningschuld partners' is meer duidelijkheid gegeven omtrent de fiscaliteit van de leningdelen.
Toch gaf het besluit een hoop verwarring onder huiseigenaren en hypotheekadviseurs. Vandaar dat de redactie van Fintool aan de hand van een aantal voorbeelden en aandachtspunten weergeeft waar de problematiek uit bestaat.
In artikel 3:156, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) wordt bepaald welke bedragen ten hoogste beschikbaar zijn in het geval dat ten behoeve van een in financieel gevaar verkerende levensverzekeraar gebruik moet worden gemaakt van de in afdeling 3.5.4 van die wet geregelde opvangregeling voor levensverzekeraars.
De staatssecretaris van Financiën zet het beleid voor de loonheffingen bij zogenoemde cafetariaregelingen uiteen. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 15 juli 2016.
In een tweetal besluiten zijn eerder uitgebrachte besluiten geactualiseerd.
Daarnaast heeft Minister Koolmees de Eerste Kamer geïnformeerd over een mogelijk onderzoek naar een overbruggingspensioen.
Met de Wet werk en zekerheid (Wwz) is per 1 juli 2015 in de Werkloosheidswet (WW) voor alle nieuwe WW-uitkeringen inkomensverrekening ingevoerd. Dit betekent dat met ingang van genoemde datum niet langer de gewerkte uren met de WW-uitkering worden verrekend, maar het inkomen dat met het werk wordt verdiend.
Met het ontwerpbesluit wordt uitvoering gegeven aan de vereenvoudiging van de berekening van de beslagvrije voet, waarbij oog is voor de financiële belangen van zowel de schuldenaar als de schuldeiser. Uitgangspunt daarbij is dat de uitkomsten van de nieuwe berekening grosso modo aansluiten bij die van het huidige systeem.
Staatssecretaris Menno Snel heeft antwoorden gegeven op Kamervragen over de eigen woning en het huwelijksgoederenregime, waar E. Wiebes eerder dit jaar voor verwarring zorgde.
Er is een besluit gepubliceerd dat een toelichting geeft op de reikwijdte en toepassing van Tabel 1 bij de Wet op de omzetbelasting 1968. In Tabel 1 staat welke goederen en diensten onder het verlaagde btw-tarief van 6% vallen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.