De opleving van de huizenmarkt heeft een drukkend effect op de spaartegoeden, mede omdat (startende) kopers steeds meer eigen geld moeten inbrengen bij de aankoop van een nieuwe woning als gevolg van de strengere loan-to-value eisen en hogere huizenprijzen. Dat stelt DNB.
De Nederlandse woningmarkt wordt steeds krapper. Voor het eerst sinds het dieptepunt in de crisis daalde in het 4de kwartaal 2017 het aantal woningverkopen (-6%). Vooral in het goedkopere segment droogt het woningaanbod op. In totaal stonden er in het laatste kwartaal van 2017 36% minder woningen te koop dan een jaar eerder.
Het aantal transacties op de bestaande koopwoningmarkt neemt nog steeds toe, maar aan de grote groei lijkt langzaam een einde te komen. Positief is dat de markt in grote delen van Nederland profiteert van de stijgende lijn. Er werden in het 1ste kwartaal van 2017 ruim 10% meer woningen verkocht dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat brengt het aantal transacties door NVM-makelaars op bijna 38.700*, en in de totale markt op naar schatting 50.200.
In het rapport ‘Het beleid in de koopsector’ geeft Amsterdam School of Real Estate (ASRE) een beeld van het recente verleden op basis van een evaluatie van het beleid van minister Blok, van het heden langs de lijnen van de verkiezingsprogramma’s en wat de toekomst betreft, geven ze een eigen visie over de gewenste, verdere hervorming van de koopwoningmarkt.
De studie beschrijft de herverdeling van huishoudinkomens in Nederland. Deze begint op het moment dat inkomens verdiend worden op arbeids- en kapitaalmarkten, loopt via de afdracht van premies en belastingen, en eindigt wanneer de overheid deze weer uitkeert in het kader van de sociale zekerheid, of als overheidsbijdrage aan publieke voorzieningen. Sommige huishoudens hebben “profijt van de overheid”: zij eindigen met meer inkomen dan ze begonnen. Andere eindigen met minder dan ze begonnen en hebben “nadeel van de overheid”. In dit rapport wordt de verdeling van het profijt en het nadeel van de overheid beschreven.
Minister Plasterk stuurde de Tweede Kamer een brief met daarin een inventarisatie van de beschikbare cijfers over woningbehoefte, woningbouw en plancapaciteit in de woningmarktregio's.
Een belangrijke oorzaak van de geringe omvang van het middensegment in Nederland is de (impliciete) subsidiering van zowel de koopwoningen als de gereguleerde huurwoningen. Het middensegment wordt niet gesubsidieerd. Hierdoor wordt de woningmarkt verstoord. In een ASRE onderzoekspaper (update) wordt (ook) de verhouding tussen de koop- en de huursector beschreven.
Het Financieel Stabiliteitscomité heeft in zijn vergadering van 8 november 2016 gesproken over de financiële stabiliteitsrisico’s van de ontwikkelingen op de huizenmarkt.
Bestaande koopwoningen waren in juli 4,9 procent duurder dan in juli 2015. Dat is de grootste stijging in bijna 12 jaar. Sinds juni 2013 is sprake van een stijgende trend van de woningprijzen. Dit blijkt uit het onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van CBS en het Kadaster.
In juli 2016 registreerde het Kadaster 19.723 verkochte woningen. Dit is een stijging van 7,1% ten opzichte van juli 2015 (18.422). Vergeleken met de voorgaande maand, juni 2016, is er sprake van een stijging van 10,4%. Het Kadaster registreerde toen 17.862 verkochte woningen. Het Kadaster registreert de transacties van bestaande koopwoningen op het moment dat de notaris deze bij het Kadaster laat inschrijven. Dat is dus het moment van eigendomsoverdracht, de koper wordt eigenaar van de woning.
Het aantal huishoudens met een (potentiële) restschuld neemt met rasse schreden af. Dat is een direct gevolg van de aantrekkende koopwoningmarkt. Dit is de belangrijkste conclusie uit de studie ‘Restschulden: de crisis voorbij’* van de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). Uit het onderzoek blijkt dat in 2014 ruim 1 miljoen huishoudens in Nederland bij de verkoop van hun woning nog geconfronteerd zouden worden met een restschuld. Meer dan 2 jaar later is dat aantal volgens de NVM geslonken tot om en nabij de 800.000 huishoudens.
Steeds meer huiseigenaren met verhuisplannen zetten hun oude huis pas te koop als ze een nieuwe woning hebben gekocht. Vooral in regio’s met een krappe woningmarkt zien verkopers hun kansen zonnig in.
In zijn slotrapportage geeft het aanjaagteam (AJT) zijn visie op de stand van zaken van de transitie met betrekking tot wonen en zorg. Het aanjaagteam ziet drie hoofdopgaven. De eerste ligt in de bewustwording bij mensen om zich voor te bereiden om langer thuis te kunnen wonen. Veel mensen zijn nog niet van die verantwoordelijkheid doordrongen. Dit vergt een omslag in denken en doen, waarin overheden en marktpartijen via voorlichting en het ontwikkelen van nieuwe voorzieningen een zinvolle bijdrage kunnen leveren.
De Eigen Huis Marktindicator die het consumentenvertrouwen in de woningmarkt weergeeft, steeg in april tot 118 punten.
Dat is 2 punten meer dan in de voorgaande maand en de hoogste stand sinds de introductie 12 jaar geleden. Aanjager van het positieve consumentsentiment is vooral de lage rentestand.
De beleidsdoorlichting laat zien dat het karakter van het beleid op de woningmarkt over de tijd is veranderd. Mede door het beleid van de afgelopen decennia zijn er geen grootschalige kwantitatieve en kwalitatieve tekorten meer op de woningmarkt. Het huidige beleid is, naast het oplossen van knelpunten als gevolg van de actuele migratiestroom, nu meer gericht op bescherming van de huurder en de betaalbaarheid van het wonen voor de doelgroep van beleid, gegeven de hoge kwaliteit van de Nederlandse woningvoorraad.
In het derde kwartaal van 2015 waren bestaande koopwoningen gemiddeld 2,9 procent duurder dan een jaar eerder. Enkele factoren die deze prijsontwikkeling beïnvloeden, geven een wisselend beeld. Sommige factoren werken prijsverhogend, andere prijsverlagend. Zo was de gemiddelde hypotheekrente lager dan vorig jaar. Tegelijkertijd traden er nieuwe regels in werking, die de vraag vermoedelijk juist dempen. Onderstaande bloem laat een aantal vraag- en aanbodfactoren zien waarvan cijfers beschikbaar zijn.
Voor het eerst in twee jaar tijd daalt het consumentenvertrouwen op de woningmarkt. De Eigen Huis Marktindicator eindigt in januari 2 punten lager, maar staat nog steeds op een relatief hoog niveau (waarde 103, waarbij 100 de neutraalwaarde is).
Het Kadaster deed onderzoek naar starters op de woningmarkt in de periode 2005 tot en met augustus 2014. Het onderzoek laat zien dat starters van groot belang zijn voor de koopwoningmarkt. Ze kochten bijna de helft van alle verkochte woningen. Daarnaast kopen ze vaker een grotere woning. Ze zorgen echter minder vaak voor doorstroming.
Het PBL onderzocht drie aspecten: het risico op een restschuld bij een verhuizing (vermogensrisico’s), het risico dat een huishouden moeite heeft de maandelijkse woonlasten op te brengen (betaalrisico’s) en de mate waarin het woningaanbod in een zoekregio financieel bereikbaar en toegankelijk is voor woningzoekenden (toegankelijkheid).
Staatssecretaris Wiebes (Fin) stuurt het voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) aan de Tweede Kamer aan. In de Kamerbrief wordt ook een soepelere opstelling door de Belastingdienst genoemd ten opzichte van de recente uitspraak van de Hoge Raad over het begrip 'woning in aanbouw'. Ook wordt aangegeven dat er vooralsnog geen plannen zijn voor het aanpassen van de aftrekmogelijkheden van erfpacht.
Het herstel van de Nederlandse woningmarkt houdt aan. In het tweede kwartaal van 2014 hebben NVM-makelaars 29.216 woningen verkocht, een stijging van 41% ten opzichte van dezelfde periode in het jaar ervoor. Dat blijkt uit de nieuwste (voorlopige) kwartaalcijfers die NVM-voorzitter Ger Hukker vanochtend bekend maakte.
Driekwart woningbezitters en starters denkt dat er meer onderhandelingsruimte is dan twee jaar geleden. Het vertrouwen van potentiele starters en koopwoningbezitters is in het eerste kwartaal van 2014 gestabiliseerd op 111, ruim boven de neutrale stand van 100. Driekwart van de woningbezitters en starters denkt dat er op dit moment bij de aankoop van een huis meer onderhandelingsruimte is dan twee jaar geleden. Bijna de helft van de starters is voornemens om in 2014 een huis te kopen. Bij de koopwoningbezitters is dat 5%. Met name onder koopwoningbezitters is de verwachting dat de huizenprijzen gaan stijgen het afgelopen kwartaal toegenomen. Ruim de helft van deze groep verwacht nu een stijging. Dit is de hoogste score sinds 2008. Een op de vijf huiseigenaren overweegt op dit moment af te gaan lossen. Ruim een kwart heeft dat inmiddels weleens tussentijds gedaan. Het gemiddelde bedrag wat in 2013 door huizenbezitters tussentijds werd afgelost is bijna € 15.000, onder ING klanten is dit bedrag hoger, namelijk € 20.000.
Op dit moment heeft Zuid-Holland een tekort aan 50 duizend betaalbare koop- en huurwoningen voor eenverdieners en starters, meldt de Volkskrant. Op termijn moeten er 200 duizend nieuwe huizen komen.
De Monitor Koopwoningmarkt van het vierde kwartaal 2013 schetst een beeld van een aanhoudend herstel van de hypothekenmarkt en de markt van bestaande koopwoningen.
De aantallen nieuwe hypotheken en transacties laten voor het derde opeenvolgende kwartaal een stijgende lijn zien. Daarnaast zijn zowel de verkoopprijs als de Prijsindex Bestaande Koopwoningen nu al drie maanden min of meer stabiel. Dit alles maakt het vierde kwartaal van 2013 tot het beste laatste kwartaal van de afgelopen vijf à zes jaar. Alle signalen wijzen er op dat het eerste kwartaal van 2014 ook wel eens het beste eerste kwartaal van de afgelopen jaren kan worden. In de vierde Kwartaalrapportage Woningmarkt (zie download) wordt nader ingegaan op de recente ontwikkelingen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.