De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of de partnerschapsfictie voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting van toepassing is wanneer een kind en de belastingplichtige (ouder van het kind) niet staan ingeschreven op een woonadres in de Basisregistratie Personen.
A erft kunstvoorwerpen. Deze voorwerpen worden kort na de verkrijging via een veiling verkocht. De koopprijs ter veiling is 100. De door de erfgenamen gemaakte en door hen gedragen veilingkosten bedragen 5.
Twee ongehuwde belastingplichtigen wonen samen in een huurwoning. Zij voldoen aan geen van de criteria van artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) of artikel 1.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Zij zijn daardoor geen fiscaal partners van elkaar.
Vader en moeder (gehuwd en hierna; ouders) willen samen met hun twee zoons een gebouw kopen om in te gaan wonen. In het gebouw komen drie woonruimten, één voor de ouders en de zonen krijgen ook elk één woonruimte. De ouders worden voor 50% eigenaar, zoon 1 voor 25% en zoon 2 ook voor 25%.
Op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) wordt onder een partner mede verstaan degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en die samen met de belastingplichtige een woning heeft, die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economische eigendom, of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie.
De Kennisgroep Toeslagen heeft een standpunt ingenomen over partnerschap bij mede-eigendom van de woning op grond van artikel 3, 2e lid van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).
De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over hoe bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot voor de erfbelasting wordt omgegaan met een onderhandse renteafspraak.
De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over welk tarief en welke vrijstelling van toepassing zijn als het kind van één van twee samenwoners, verkrijgt van de andere partner.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de verhuisregeling van artikel 3.111, tweede lid, Wet IB 2001 van toepassing is op een buitenlandse woning.
Een echtpaar dient op 11 november 2021 een verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank. Op dezelfde datum wordt één van de twee belastingplichtigen uitgeschreven op het woonadres in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP). Vervolgens verklaart de rechtbank het echtscheidingsverzoek op 1 maart 2022 niet-ontvankelijk. De niet-ontvankelijkverklaring is op 1 juni 2022 onherroepelijk geworden. Belastingplichtige en zijn ex-partner blijven ook na 1 maart 2022 op een ander woonadres in de BRP ingeschreven staan.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord over de situatie waarin een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige voor de aankoop van een bestaande woning in het buitenland een overeenkomst van geldlening bij een buitenlandse bank heeft afgesloten, waarin is overeengekomen dat de aflossing aanvangt op het moment dat de woning juridisch is geleverd.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord over de situatie waarin een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige een overeenkomst van geldlening met een nieuwbouw- of verbouwingsdepot bij een buitenlandse bank heeft afgesloten, waarin is overeengekomen dat de eerste 24 maanden niet wordt afgelost.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft een vraag beantwoord over de renteaftrektermijn in een situatie waarin een eigenwoningschuld in de periode van 2001 tot en met 2012 is afgelost, vervolgens een eigenwoningschuld wordt aangegaan voor de verbouwing, de woning wordt verkocht en een nieuwe woning wordt aangekocht.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord wat de fiscale gevolgen zijn als een belastingplichtige zijn bestaande eigenwoningschuld in het verleden deels heeft afgelost en hij vervolgens zijn bestaande eigenwoningschuld en eigenwoningschuld oversluit en een nieuwe schuld voor verbouwing aangaat.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord welke aspecten van belang zijn bij het beoordelen of sprake is van een individuele en buitensporige last in box 3.
[Let op: 9/1/2025 is standpunt Belastingdienst bijgewerkt, zie ander artikel]
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een belastingplichtige de keuze heeft om de betaalde rente van de eigenwoningschuld niet in de aangifte op te geven, als hij wel recht op renteaftrek heeft.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een belastingplichtige met een nieuwbouwdepot de betaalde rente gedurende de eerste zes maanden volledig mag aftrekken en deze dus niet hoeft te salderen met de op het nieuwbouwdepot ontvangen rente.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de hogere rente volledig onder de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning valt, als een belastingplichtige bij het verstrijken van de rentevastperiode van de lening het renteaanbod van de bank niet aanvaardt, maar kiest voor een rentevastperiode die langer is dan de resterende looptijd van zijn lening met een hoger rentepercentage.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de advies- en afsluitkosten die een geldverstrekker in rekening brengt in verband met het afsluiten of aanpassen van het rentecontract voor de eigenwoningschuld behoren tot de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning.
Mag voor de bepaling van de waarde van een VvE-lidmaatschapsrecht op de peildatum voor box 3 het banksaldo van de VvE worden verminderd met een reeds verstrekte opdracht voor onderhoudswerkzaamheden?
Dit V&A 08-055 behandelt de vraag of in een pensioenregeling de definitieve keuze voor één van de mogelijke ingangsmomenten van het partnerpensioen opengelaten kan worden.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of in situaties van bird nesting (een vorm van co-ouderschap waarbij de kinderen in dezelfde woning verblijven en de ouders van woning wisselen) recht kan bestaan op de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor de ex-partner waarbij de kinderen niet staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een schuld weer als bestaande eigenwoningschuld kwalificeert, als een belastingplichtige met een eigen woning en een bestaande eigenwoningschuld na 31 december 2012 naar een huurwoning verhuist en vervolgens na een aantal jaren de oude woning weer als hoofdverblijf gaat gebruiken.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.