Dat klopt niet helemaal. Bij de herinvesteringsreserve wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijfsmiddelen die over 10 jaar of meer worden afgeschreven zeg maar onroerend goed en andere bedrijfsmiddelen inventaris, auto's, machines etc.. Als het een bedrijfsmiddel wordt vervangen door een ander mag de boekwinst via de herinvesteringsreserve worden doorgeschoven naar het vervangende bedrijfsmiddel. Het is in principe niet mogelijk om boekwinsten met betrekking tot snel afschrijfbare bedrijfsmiddelen af te boeken van onroerend goed, tenzij sprake is van onteigeningssituaties.
De vervangingsresrve duurt 4 jaar. Men dient eenzelfde soort bedrijfsmiddel opnieuw aan te schaffen. De herinvesteringsreserve duurt 3 jaar. Daarbij is de eis van vervangend bedrijfsmiddel vervallen. De investering dient echter in een periode van maximaal 10 jaar te worden afgeschreven.
Gebruikelijk is het om deze overigens lage kosten te laten voldoen door de werknemer. De verzekeringsmij moet hiervoor een aparte factuur versturen. De kosten mogen niet worden onttrokken uit het over te dragen pensioenkapitaal. In veel pensioenovereenkomsten is opgenomen dat de werkgever deze kosten voor zijn rekening neemt. Bij een individuele C-polis kan hier van afgeweken worden in voorkomende gevallen.
Is er in het kader van de waardeoverdracht een bepaling waaruit te herleiden is wie opdraait voor de kosten van waardeoverdracht? Soms zie je daar wel iets van terug en heel vaak doorgaans ook niet.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.