De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de hogere rente volledig onder de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning valt, als een belastingplichtige bij het verstrijken van de rentevastperiode van de lening het renteaanbod van de bank niet aanvaardt, maar kiest voor een rentevastperiode die langer is dan de resterende looptijd van zijn lening met een hoger rentepercentage.
Edwin Zijdenbos CFP® 4 mrt 2024
@Schipper - Mocht in de praktijk zo'n renteaftrek afgewezen worden, kan men een beroep doen op Fintool voor assistentie bij een bezwaarschrift. Zie ook DGB2010/921 besluit, paragraaf 9.6. Daar zie ik zelf wel ruimte voor de klant met 10 jaar in uw reactie. Als de geldverstrekker wel een 7-jaars rente aanbiedt, zal het standpunt van de belastingdienst weer wel zwaarder wegen, want relatie had een 'passend' alternatief.
Maar praktisch vraag ik mij af hoe vaak het gebeurt. Temeer daar er het risico aanwezig is op het betalen van een vergoedingsrente.
en wat als er geen andere rechten kunnen worden bepaald? in de situatie dat de restant looptijd bijvoorbeeld nog 7 jaar is en geldverstrekker geeft de keuze tussen 5 en 10 jaar vast, waarbij consument - obv zekerheid - kiest voor 10 jaar vast.. geldt hiervoor dan hetzelfde?
U kent ze vast wel, klanten die even om een indicatief maximaal te lenen bedrag vragen, want ze waren afgelopen weekend wat aan het surfen op internet met huisjes kijken. Uw voorzet: "Dat ligt aan het energielabel." zal de wenkbrauwen bij de consument al mogelijk doen fronsen.
Edwin Zijdenbos CFP® 10 jan 2024
De excelsheet wordt komende dinsdag op Fintool geplaatst. Nog de laatste puntjes op de i zetten.
De vrijstelling voor de kapitaalverzekering eigen woning is een "life time vrijstelling". Dit geldt in beginsel vanaf 1-1-1992, de ingangsdatum van de Brede Herwaardering. Daarom komt een vrijstelling die onder dit regime is benut in mindering van de vrijstelling onder het regime van de IB 2001. En andersom. Dit heet "imputatieregeling".
Rene de Jonge 8 dec 2023
Mbt moment van imputatie mbt indexatie van de life time vrijstelling: cijfer 2023: 184.500): En stel dat deze agv indexatie in 2030 E 220.000 bedraagt.
Voor Z keert in 2023 KEW 1 uit ad stel E 100.000. Is er dan optie A) op dat moment imputatie? en wordt de jaarlijkse indexering (indien deze van toepassing is) losgelaten op restant vrijstelling (in dit geval 84.500 welke na indexeren in 2030 stel E 105.000 bedraagt.
En in 2030 keert KEW2 uit E 115.000. Dus dan E 10k boven vrijstelling.
Of geldt optie B: in 2030 is algemene vrijstelling van dat moment bepalend? Dus in dit voorbeeld E 220.000 en hierop dan imputatie 100k (KEW1) en 115k (KEW 2), derhalve geen belaste uitkering.
Vanwege de aanpassingen 'V&N januari 2024 NHG' is het rekenmodel bijgewerkt.
Rutger van Roest 27 nov 2023
Bizar hoeveel impact een studielening nu heeft en ook vreemd dat er niet naar de draagkrachtberekening wordt gekeken, maar naar de wettelijke termijn. Mijn inschatting is dat 9 van de 10 studenten ineens geen studielening meer heeft bij een hypotheekaanvraag.
Minister Kaag stuurde de Tweede Kamer haar reactie op 2 onderzoeksrapporten over financieel advies.
Rutger van Roest 13 okt 2023
Het rapport is gebaseerd op een erfenis van € 50.000,- aflossen op de hypotheek ja of nee. Er worden nadelen genoemd is het voorbeeld van de bank, zoals de bijleenregeling, het verkleinen van buffer, verlagen toeslagen. De echte problemen van het aflossen worden echter helemaal niet besproken. Wat bij een echtscheiding, wat bij het doorstromen naar een volgende woning (buffer voor dubbele lasten), hoe is je pensioen geregeld? Er wordt ook niet goed ingegaan op het eventuele doel van een klant door de aflossing. Waarom zou iemand af willen lossen, alleen omdat je een erfenis hebt gekregen? De verstandige keuze in dit voorbeeld ging vooral over het niet betalen van een boete terwijl je daar nou juist geen adviseur voor nodig hebt. rekenkundig rammelt het ook aardig. Een 15 jaars vaste rente vergelijken met een variabele spaarrente om te berekenen wat financieel aantrekkelijk is. Het begrip advies moet niet alleen uitgebreid worden in de beheerfase, maar in het algemeen. Ik weet niet zo goed wat ik van dit rapport moet denken... Wat is jullie mening?
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een schuld, die bij de fiscale partner is aangegaan ter verwerving van de eigen woning en daardoor geen eigenwoningschuld is, door herfinanciering bij een bank kan worden aangemerkt als eigenwoningschuld.
Edwin Zijdenbos CFP® 25 aug 2023
Waar in de vraagstelling 'bank' staat, kan praktisch inderdaad ook 'derden' gelezen worden, zoals familie, BV, verzekeraar, pensioenfonds, etc. Mits dus niet fiscaal partner.
Wat mij opvalt is dat hier herfinanciering bij bank genoemd wordt ipv herfinanciering bij een niet fiscaal partner. Want daar gaat het toch juist om? De financiering van de eigen woning bij fiscaal partner is niet aftrekbaar. Door daarna elders, dus bank maar ook andere derden zijnde niet fiscale partners, her te financieren en te voldoen aan de vereisten voor ews, voldoet schuld daarna vanaf dat moment als ews. Toch?
Relatie A (42 jaar) en B (39 jaar) waren in 2014 starters met koopwoning (Box 1 hypotheek annuïtair) . Relatie B kreeg in 2022 van ouders €50.000 schenking (voor aflossing box 1 schuld). A en B hebben geen samenlevingscontract, maar vonden het prima als de gezamenlijke schuld daalde. Er is voor 1 maart 2023 schenkaangifte 'verhoogde schenkvrijstelling eigen woning' gedaan. Gaat dit fiscaal goed?
Marc Couteaux 22 jul 2023
De vergelijking gaat mijns inziens mank. De probleemstelling van Wiebes en het opvolgend goedkeurend besluit ziet alleen op de situatie dat er een ongelijk eigen woning verleden was, wat in casu niet (gesteld) is.
In casu is er geen gebruik gemaakt van de goedkeuring omdat dat niet nodig was en niet ging, omdat ze een gelijke start hadden.
Bij het gebruik maken van de goedkeuring in het algemeen verdeel je je ongelijke verleden, maar dat heeft geen consequenties voor latere aflossingen.
B had de 50K op zijn deel van de hypotheek kunnen aflossen, zodat hij nog een schuld van 40K heeft die in box 1 valt, terwijl die van A 90K blijft in box 1. Als de 50K afgelost is op beide delen, dan hebben zowel A en B een box 1 schuld van 65K. A heeft dan een schenking ontvangen van B, of houdt een box 3 schuld van 25K aan B. Dat kan je dan inderdaad het beste vastleggen. In casu kan B nooit een box 3 schuld krijgen door de schenking. Het ongewenste effect doet zich dus niet voor.
Beoogd is (..) het fiscale pijnpunt te benadrukken dat met de wettelijke regeling (schuld gemeenschappelijk ,communicerende vaten) en de schenkrecht (box 1 schuld aflossen B) er een 'ongewenst' effect ontstaat met box 3 schuld. Vergelijkbaar met de probleemstelling van Wiebes brief (14 april 2017) en opvolgende Goedkeurend besluit (januari 2018).
De 'schenking' aan partner A kan voorkomen worden door de draagplichtovereenkomst, of door vorderingsrecht toe te passen (en jaarlijks binnen vrijstelling alsnog deze vordering af te bouwen).
Ik vind het antwoord nogal ingewikkeld en is mijns inziens ook niet helemaal juist c.q. compleet.
Er is 25K afgelost op de eigen schuld, en 25K op de schuld van de partner. Er kan dan inderdaad gebruik gemaakt worden van het vrij te besteden deel naast de verhoogde vrijstelling eigen woning in de aangifte van B. Niets verschuldigd.
Daarnaast dient er nog een aangifte schenkbelasting gedaan te worden door partner A die 25K van B heeft gekregen. 25.000 - 2.274 = 22.726 * 10% = 2.272,-
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.