Ruim 35.135 Nederlanders hadden begin mei 2022 een betalingsachterstand van minimaal 3 maanden op de hypotheek voor hun eigen woning.

De man betaalt de volledige schuld aan de hypotheekbank. Er ontstaat een regresvordering op de vrouw voor de helft. De man wenst dat het betalen van de restschuld wordt aangemerkt als het voldoen aan alimentatie zodat hij een fiscale aftrekpost heeft.

Met de opbrengst van de voormalig gezamenlijke woning kon de schuld uit de hypothecaire geldleningsovereenkomst niet worden voldaan, zodat een restschuld aan geldverstrekker is ontstaan.

Ruim 39 duizend Nederlanders hadden eind 2020 een betalingsachterstand van minimaal 3 maanden op hun eigenwoninghypotheek. Eind 2019 waren dit er nog meer dan 49 duizend. Dit is een afname van ongeveer 20%. Dit blijkt uit de Hypotheekbarometer van Stichting BKR.

Kunnen eisers een beroep doen op de kwijtscheldingsregeling van het waarborgfonds voor de restschuld na verkoop van hun woning? De rechter heeft uitspraak gedaan.

Banken zien twee jaar na de start van de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’ dat de risico’s rond aflossingsvrije hypotheken afnemen. Dat meldt de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).

De regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling hypothecair krediet in verband met een uitzondering van de LTV voor de Energiebespaarhypotheek die worden verstrekt door het Nationaal Warmtefonds (Wijzigingsregeling hypothecair krediet oktober 2020) is gepubliceerd.

Op een forum van de Belastingdienst werd de volgende vraag gesteld (de helft van de reageerders had het goed).... Vraag: uw klant heeft jaren geleden een KEW afgesloten. In 2017 heeft hij zijn woning verkocht met een restschuld. De uitkering van de KEW is gebruikt om de restschuld af te lossen. Uw klant heeft jaarlijkse premies voldaan, de KEW voldoet aan de bandbreedte-eis. Heeft uw klant in 2017 recht gehad op de vrijstelling KEW?

In een tweetal uitspraken van de rechtbank wordt (weer) duidelijk dat een afspraak in een echtscheidingsconvenant wel rechtswerking heeft, maar dat een geldverstrekker beide partijen (toch) hoofdelijk aansprakelijk houdt ingeval van een restschuld. In het ene geval legt de rechtbank wel een dwangsom op, in de andere uitspraak niet.

In 2012 is een huiseigenaar in financiële problemen geraakt, waardoor zij de woonlasten niet meer kon voldoen. De geldverstrekker heeft eerst executoriaal derdenbeslag doen leggen ten laste van [eiser 1] en [eiser 2] onder de Belastingdienst en vervolgens bij de toenmalige werkgever.