De verhogingen hebben te maken met de stijging van het wettelijk minimumloon (WML). Daardoor verandert ook het netto minimumloon.
Bij het aanpassen van de bijstandsuitkeringen telt de verhoging van het netto minimumloon. Dat netto minimumloon wordt ook gebruikt om de bruto uitkeringen voor de IOAW, IOAZ en WWIK vast te stellen. Per 1 juli 2007 is het netto minimumloon, inclusief vakantiegeld 1246,19 euro per maand. De bijstandsuitkering voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden is daaraan gelijk. Vergeleken met nu gaat de uitkering voor hen met 9,33 euro omhoog.
De uitkering voor alleenstaanden tussen de 21 en 65 jaar is gelijk aan 50 procent van het netto minimumloon. Dat is 623,10 euro per maand. Zij gaan er 4,67 euro per maand op vooruit. Alleenstaande ouders krijgen vanaf 1 juli 2007 6,53 euro meer. Hun uitkering is gelijk aan 70 procent van het netto minimumloon. Dat wordt 872,33 euro per maand. In alle hiergenoemde bedragen is de vakantie-uitkering begrepen.
Bij het vaststellen van de hoogte van de bijstandsuitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders wordt ervan uitgegaan dat zij (woon)kosten met anderen delen. Als dat niet het geval is, kunnen ze in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal twintig procent van het netto minimumloon, dus 249,24 euro per maand.
Voor bijstandsgerechtigden onder de 21 en boven de 65 jaar gelden aparte normbedragen. De uitkeringen voor 65-plussers komen overeen met de netto AOW-bedragen.
In de bijstandsuitkeringen is een vakantie- uitkering begrepen van 4,8 procent van die uitkering.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99