De WGA-materie lijkt complex en daarom wordt de beslissing om eigenrisicodrager te worden soms uitgesteld. Deze beslissing ligt vaak bij het hoofd personeelszaken, terwijl ze eigenlijk bij het financieel management thuishoort. En omdat de financiële beslisser onvoldoende inzicht heeft in de reïntegratiegevolgen, wordt al snel geadviseerd om bij het UWV te blijven. De onderbouwing van zo’n advies laat vaak te wensen over.
Het WGA-risico heeft uitsluitend betrekking op werknemers die, na twee jaar ziekte, tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt worden verklaard of het betreft de volledig arbeidsongeschikten met uitzicht op herstel binnen vijf jaar.
Middelgrote en kleine bedrijven met meer dan vijf werknemers kunnen gezamenlijk zo’n 200 miljoen euro per jaar besparen door hun WGA-risico over te hevelen van het UWV naar particuliere verzekeraars. Tot nu toe heeft nog geen 10 procent van deze bedrijven deze kans gegrepen. Het voordeel wordt nog groter als de WGA volledig geprivatiseerd wordt.
Particuliere verzekeraars rekenen vaak een aanzienlijk lagere premie dan het UWV en zullen eerder werken aan een eventuele arbeidsreïntegratie. Het UWV onderneemt pas actie als een arbeidsongeschikte daar als zodanig wordt gekwalificeerd. De overstap van UWV naar particuliere verzekeraar is met name voordeliger voor de groep van 120.000 bedrijven in Nederland die tussen de vijf en honderd werknemers telt.
In tegenstelling tot de situatie bij het UWV zijn bij een verzekeraar de kosten begrensd, omdat het risico is verzekerd. Bij een gemiddelde kans van 0,36 procent dat een werknemer 4,5 jaar een WGA-uitkering van gemiddeld 11.000 euro per jaar geniet, betaalt een werkgever met honderd personeelsleden iedere vijf jaar 18.000 euro uit met daarbovenop de reïntegratiekosten. Hoewel het UWV dit uitbetaalt, worden deze kosten volledig omgeslagen in de verhoogde gedifferentieerde WGA-premie, zodat het bedrijf dit uiteindelijk helemaal zelf betaalt.
Afhankelijk van het soort bedrijf vragen de verzekeraars een premie van ongeveer 0,3 procent van de loonsom, terwijl de gedifferentieerde UWV-premie vaak 1 procent of meer van de loonsom gaat bedragen. Over een periode van vijf jaar is het verschil tussen de UWV en verzekeringspremie als schade te betitelen. Bij een loonsom van 3.000.000 euro bedraagt in bovenstaand voorbeeld na vijf jaar het verschil tussen wel of niet verzekeren 100.000 euro.
Bron: Het Financieel Dagblad, 15-03-2007
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99