Om te zorgen voor voldoende geschikte, betaalbare woningen moet meer geïnvesteerd worden in nieuwbouw en herstructurering van wijken. En om investeringen in de huurmarkt te bevorderen moet er bovendien een betere verhouding komen tussen prijs en kwaliteit van huurwoningen. Voor een aantal huurders betekent dat op termijn een hogere huur. Hogere huren gaan echter alleen gelden voor die huurders die dat kunnen betalen. Zittende huurders én huurders met huurtoeslag worden beschermd.
De nieuwe wet moderniseert het huurbeleid door de huurmarkt in drieën te delen:
1. Het gereguleerde segment, met huurprijzen tot een bepaald maximum
2. Een overgangssegment met iets hogere, maar nog wel gereguleerde (maximum)prijzen
3. Een geliberaliseerd segment, met duurdere woningen zonder huurprijsregelgeving.
Het overgangssegment zal ongeveer 20% van de huurwoningen innemen en het geliberaliseerde segment 5%. De woningen uit het overgangssegment kunnen op termijn overgaan naar het geliberaliseerde segment van de huurwoningen. Maar alleen wanneer voldoende woningen zijn gebouwd in de regio en het woningtekort is teruggebracht. De WOZ-waarde van de huurwoning gaat bepalen in welk segment de woning gaat vallen.
Voor zittende huurders heeft de wet niet direct gevolgen. Voor hen geldt namelijk huurprijsbescherming. Dat wil zeggen dat er bijvoorbeeld een maximumgrens is voor huurverhoging. Nieuwe huurders kunnen te maken krijgen met hogere huren.
Bron: VROM, 01-02-2006
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99