Vraag 5
Is het voor u een overweging om de “ontbrekende” vermogensbestanddelen, te weten onroerende zaken, aandelen die niet op de beurs worden verhandeld of spaargeld/ander vermogen in het buitenland (tijdelijk) te onderwerpen aan forfaitaire rendementen en alle vermogensbestanddelen die u wel voldoende goed in beeld hebt vanaf 2026 te belasten op basis van het werkelijke rendement? Indien nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5
Ja, het gefaseerd overstappen naar een stelsel op basis van werkelijk rendement is een optie. Dit heeft wel als nadeel dat de Belastingdienst meerdere keren aanpassingen moet doorvoeren in de systemen.
Vraag 11
Erkent u dat een belasting met meerdere verfijnde forfaitaire rendementen nieuwe complexiteiten toevoegt die in een stelsel met werkelijk rendement én in het huidige stelsel met "grove" forfaitaire rendementen niet voorkomen, zoals de door u beschreven noodzaak om het rendement van samengestelde beleggingsfondsen te ontvlechten?
Antwoord vraag 11
Ik heb de Tweede Kamer toegezegd om voor 1 mei een brief te sturen over mogelijkheden om de vermogenscategorie overige bezittingen in box 3 te verfijnen gedurende de overbruggingsperiode.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99