Een aanvraag voor een hypothecaire geldlening, die de Adviseur voor Consumenten heeft ingediend, wordt door de kredietverstrekker afgewezen, mede in verband met een BKR-registratie.
Consumenten hebben zich op het standpunt gesteld dat de Adviseur hun niet heeft gevraagd naar BKR-registraties op hun naam. Als de Adviseur dat wel had gedaan, dan zouden Consumenten dit verder hebben onderzocht, zouden zij vervolgens tot de conclusie zijn gekomen dat er sprake was van een negatieve BKR-registratie op hun naam en zouden zij het adviestraject niet hebben voortgezet.
De Adviseur heeft de stelling van Consumenten gemotiveerd betwist door te stellen dat tijdens het eerste contact met Consumenten – de Commissie begrijpt dat dat op 9 januari 2018 is geweest – reeds is gevraagd of zij schulden hadden en of er sprake was van negatieve BKR-registraties op hun naam. Volgens de Adviseur hebben Consumenten toen ontkennend gereageerd op deze vragen. De Commissie oordeelt als volgt. Vaststaat dat de Adviseur Consumenten gevraagd heeft naar lopende consumptieve leningen en naar een overzicht van hun schulden.
Als reactie op de checklist en vraagstelling van de adviseur behoort van de kant van Consumenten aan de orde te komen of zij betalingsachterstanden hadden of niet. De Adviseur hoeft dan niet expliciet naar BKR-registraties te vragen. Overigens komt het naar het oordeel van de Commissie niet geloofwaardig over dat Consumenten bij het BKR navraag zouden hebben gedaan, indien de Adviseur hun had gevraagd naar BKR-registraties. Consumenten waren zich immers niet bewust van enige betalingsachterstand, noch van een BKR-registratie. [...] Het voorgaande betekent dat in zoverre niet is komen vast te staan dat de Adviseur een fout heeft gemaakt.
Mail
(…)
– Lopende consumptieve leningen? (Opgave uitstaande schuld)
– (…)”
Checklist
• (…)
• Overzicht van schulden (persoonlijke leningen e.d.) (…)”
De Commissie vindt de stelling van Consument niet aannemelijk en wijst de vordering af.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99