In het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van pensioensparen door zzp’ers. Het kabinet beziet hoe zelfstandigen zich vrijwillig kunnen aansluiten bij de pensioenregeling, ook als zij voordien niet als werknemer hebben deelgenomen. Sociale partners gaan gezamenlijk met zelfstandigenorganisaties in sectoren onderzoeken of en hoe zij de bestaande mogelijkheden van een verplichtstelling of auto enrollment (al dan niet met opt-out mogelijkheid voor zzp’ers) en/of variabele inleg, kunnen realiseren.
Hoe groot is op dit moment het totale vermogen van alle pensioenfondsen bij elkaar?
Het vermogen bij pensioenfondsen bedroeg aan het einde van het eerste kwartaal van dit jaar € 1.448 miljard (31-3-2020, bron: statistieken DNB).
Wat is het verschil tussen de rekenrente en het projectierendement?
Kortgezegd is de rekenrente nodig voor het bepalen van een waarde nu, en dient een projectierendement voor het bepalen van een verwachte waarde in de toekomst. De rekenrente bepaalt de actuele waarde van een toegezegd pensioen dat in de toekomst tot uitkering moet komen. Daarmee geeft het aan hoeveel geld een pensioenfonds voor een deelnemer in kas moet hebben om in de toekomst een aan die deelnemer toegezegd pensioen te kunnen keren. De rekenrente speelt alleen een rol in een pensioencontract waarin een dergelijke toezegging is gedaan en pensioenaanspraken worden opgebouwd. Alle actuele waarden opgeteld, vormen de pensioenverplichtingen van een pensioenfonds, die aan de passivazijde van de balans van een fonds zijn opgenomen. Omdat toekomstig onzeker rendement geen actuele economische waarde heeft, moet voor de rekenrente de risicovrije rente worden gebruikt.
Projectierendement bepaalt het verwachte toekomstige rendement over het belegde vermogen, zoals dat aan de activazijde van de balans is opgenomen. Omdat hierbij naar de toekomst wordt geprojecteerd – en dus geen actuele waarde bepaald wordt -, mag bij risicovol beleggen van een hoger verwacht rendement dan de risicovrije rente worden uitgegaan. Dit verwachte rendement is altijd onzeker; het kan dus ook hoger of lager uitvallen. Daarom worden vaak duizenden toekomstige scenario’s doorgerekend waar goede maar ook slechte economische tijden in worden meegenomen.
De prudent person regel (artikel 135 Pensioenwet) betekent dat een pensioenuitvoerder moet beleggen in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden. Dit geldt voor de beleggingen in huidige uitkeringsregelingen maar ook voor huidige variabele uitkeringen en huidige premieregelingen als de deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen niet overneemt. In sommige premieregelingen kan de deelnemer die verantwoordelijkheid overnemen, door bijvoorbeeld zelf te kiezen uit beleggingsprofielen.
De prudent person regel bevat diverse uitgangspunten, uitgewerkt in lagere regelgeving, waaronder vereisten als voldoende diversificatie, liquiditeit en hoofdzakelijk beleggen op gereglementeerde markten. Ook het afstemmen van de beleggingen op de vastgestelde risicohouding is onderdeel van de prudent person regel. Hiermee wordt geregeld dat de pensioenuitvoerder het risicoprofiel van de beleggingen afstemt op het risico dat deelnemers kunnen en willen nemen, dus niet te risicovol of juist te voorzichtig.
Het benodigde beschermingsrendement wordt berekend door naar de jaarlijkse mutatie in de objectieve actuele kostprijs van een toekomstig uit te keren pensioen te kijken. Hiervoor is een rentetermijnstructuur benodigd met marktrentes met verschillende looptijden van kort tot lang. Deze rentetermijnstructuur wordt afgeleid uit de interbancaire swapmarkt. Deze wordt gepubliceerd door De Nederlandsche Bank.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99