Als dga's hun pensioenrechten in een pensioen-bv hebben ondergebracht, is de werkgever jaarlijks een premie verschuldigd aan de uitvoerende bv. De hoogte van die premie wordt vastgelegd in een financieringsovereenkomst en wordt vooral bepaald door de rente waarmee gerekend wordt en de indexatie van toekomstige uitkeringen.
In het verleden werd uitgegaan van 4 procent rekenrente, maar dit mag niet langer. Naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad is bepaald dat moet worden gerekend met een (momenteel lagere) marktrente voor langlopende leningen.
Met betrekking tot de indexatie mag worden uitgegaan van een vaste indexatie van 2 procent per jaar. Voor zover de premie ziet op de indexatielast is deze pas aftrekbaar in het jaar waarin de indexatie wordt betaald. Dat heeft consequenties voor de administratie van de dga.
De Belastingdienst heeft goedgekeurd dat bestaande schriftelijke financieringsovereenkomsten ongewijzigd kunnen worden voortgezet tot 31 december 2010. Dat betekent dat de dga voor die tijd de volgende afwegingen moet maken:
• Hij kan een nieuwe financieringsovereenkomst opstellen, waarbij de rekenrente en de indexatie opnieuw worden vastgesteld.
• Hij kan ook de indexatiebepaling in zijn overeenkomst schrappen.
• Hij kan de werkgever-bv in de toekomst als pensioenuitvoerder laten optreden.
• Hij kan besluiten om het pensioen onder te brengen bij een verzekeraar.
Bron: Blömer accountants en adviseurs, 11-10-2010
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99