'Aanvullend pensioen niet geleidelijk naar 67 jaar '

Als fondsen vasthouden aan de huidige pensioengerechtigde leeftijd ontstaat er wel een steeds groter financieringsgat tussen 65 en 67 jaar, omdat voor die jaren de AOW-uitkering wegvalt.

Vooral lagere inkomens hebben daar last van, omdat de AOW een groter deel van hun pensioen beslaat en zij relatief weinig aanvullende oudedagsvoorziening opbouwen.

 

Als besloten wordt om vanaf een bepaald moment de ingangsdatum van de aanvullende pensioenen op 67 jaar te zetten, blijft ook nog lange tijd de mogelijkheid bestaan om eerder uit te treden. Zo kunnen mensen hun al opgebouwde deel dat ingaat op 65 jaar gebruiken voor 'vroegpensioen'. Ook ontstaat er ruimte om een deel van het pensioen dat op 67 jaar ingaat naar voren te halen. Door het verschuiven van de ingangsdatum wordt de inkoop van de oudedagsvoorziening namelijk jaarlijks 10 tot 12 procent goedkoper.

 

Verwacht wordt dat het circa veertig jaar duurt voordat zowel hogere als lagere inkomens, nadat de ingangsdatum verschoven is, echt op hun 67e met pensioen gaan.

 

Bron: nu.nl, 12-03-2009