De verhogingen hebben te maken met de stijging van het wettelijk minimumloon (WML) en wijziging van loonbelasting en verzekeringspremies. Door een stijging van het WML, dat een bruto bedrag is, stijgt ook het netto minimumloon. Voor het berekenen van de bijstandsuitkeringen wordt gekeken naar het netto minimumloon. Dat netto minimumloon wordt ook gebruikt om de bruto uitkeringen voor de IOAW, IOAZ en WWIK vast te stellen.
Per 1 januari 2009 is het netto minimumloon, inclusief vakantiegeld € 1283,86 per maand. De bijstandsuitkering voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden is daaraan gelijk. Vergeleken met nu gaat de uitkering voor hen met € 10,49 per maand omhoog.
De uitkering voor alleenstaanden tussen de 21 en 65 jaar is gelijk aan 50 procent van het netto minimumloon. Dat is € 641,93 per maand. Alleenstaanden gaan er € 5,24 per maand op vooruit. Alleenstaande ouders krijgen vanaf 1 januari 2009 € 7,34 meer. Hun uitkering is gelijk aan 70 procent van het netto minimumloon. Dat wordt € 898,70 per maand. In alle hierna genoemde bedragen is de vakantie-uitkering begrepen.
Voor de bijstandsuitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders wordt ervan uitgegaan dat zij (woon)kosten met anderen delen. Als dat niet het geval is, kunnen ze in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal twintig procent van het netto minimumloon, dus € 256,77 per maand.
Voor bijstandsgerechtigden onder de 21 en boven de 65 jaar gelden aparte normbedragen. De uitkeringen voor 65-plussers komen overeen met de netto AOW-bedragen.
Bron: Ministerie van SZW, 12-12-2008
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99